Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens inhoudende eis in voorwaardelijke reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie,
- het tussenvonnis van 23 november 2022,
- de mondelinge behandeling van 2 februari 2023, de aantekeningen die de griffier daarvan heeft gemaakt en de spreekaantekeningen van mr. Blok.
3.De feiten
high speedroldeuren. De prijs voor het werk bedroeg € 80.395 (exclusief btw). De overeenkomst bepaalt het volgende over betaling:
Payment
25% on delivery materials" (hierna: factuur 1).
high speedroldeuren (hierna: de deuren) niet de juiste hoogte zouden hebben.
20% end of work" (hierna: factuur 2).
15 september 2022 (ná het uitbrengen van de dagvaarding in deze zaak) een bedrag van € 7.575,68 aan Roma betaald.
4.Het geschil
5.De beoordeling
26 november 2021, voorafgaand aan de levering van de wand- en plafondpanelen voor de hygiënische ruimte. Dat mocht zij doen op grond van de overeenkomst. Daarin is namelijk bepaald dat zij 25% van de overeengekomen prijs in rekening mag brengen acht dagen voorafgaand aan de levering van materialen.
delivery materials". Of daarvoor is vereist dat alle materialen worden geleverd of slechts een deel daarvan, maakt de overeenkomst niet duidelijk. Een redelijke uitleg van de overeenkomst brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat 25% van de overeengekomen prijs mocht worden gefactureerd op het moment dat alle materialen waren geleverd. Hierbij weegt de rechtbank mee dat alle deuren samen een aanzienlijk deel (ongeveer € 24.000) van de totale prijs besloegen.
end of work". Tijdens de mondelinge behandeling heeft Roma toegelicht dat "
end of work" het moment is waarop de laatste montage is verricht en het laatste schroefje er in is geschroefd. De rechtbank begrijpt dat deze vordering is gegrond op nakoming van de overeenkomst, te weten dat dit gedeelte van de overeengekomen prijs moet worden betaald op grond van de overeenkomst bij "
end of work". Vast staat echter dat dat moment niet heeft plaatsgevonden. Roma heeft de deuren namelijk nooit gemonteerd. Bij de gekozen grondslag (nakoming) is niet relevant of Roma haar werkzaamheden niet heeft kunnen afronden als gevolg van gedragingen van Ocean Fleet.
6.De beslissing
- het bedrag van € 24.319,49 (factuur 1) vanaf 6 januari 2022 tot de dag van volledige betaling,
- het bedrag van € 4.676,65 (factuur 3) vanaf de vervaldatum van deze factuur tot de dag van volledige betaling,
22 februari 2023.