In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 20 september 2023 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vordert betaling van € 305,53, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, in verband met onbetaalde abonnementsgelden en reiskosten. De rechtbank heeft ambtshalve de (pre)contractuele informatieplichten van de eisende partij getoetst, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht, met name met betrekking tot de wijze van betaling. Dit leidt tot de conclusie dat er een sanctie moet worden toegepast voor deze schending. Daarnaast is er een beoordeling van de algemene voorwaarden van de eisende partij, waarbij de kantonrechter moet toetsen of er sprake is van oneerlijke bedingen. De rechtbank heeft de eisende partij opgedragen om nadere toelichting te geven over de rechtsoverwegingen met betrekking tot de incassokosten en de eenzijdige prijswijzigingsbedingen. De verdere beslissing is aangehouden, en de eisende partij moet de relevante algemene voorwaarden overleggen. De zaak illustreert de noodzaak voor aanbieders van diensten om transparant te zijn over hun voorwaarden en de verplichtingen die voortvloeien uit consumentenovereenkomsten.