ECLI:NL:RBNHO:2023:12816
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatie kinderopvangtoeslag en terugvordering in het kader van schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de compensatie kinderopvangtoeslag. Eiser, die jarenlang in een schuldsaneringstraject heeft gezeten, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen om niet terugbetaalde bedragen aan teruggevorderde kinderopvangtoeslag in mindering te brengen op de compensatie. De Belastingdienst had eiser voor de jaren 2009 tot en met 2011 een compensatiebedrag van € 87.161 toegekend, maar na het in mindering brengen van de niet terugbetaalde bedragen van € 40.774, resteerde er een uitbetaling van € 27.161. Eiser betoogde dat deze vermindering onterecht was, omdat hij een schone lei had gekregen na het schuldsaneringstraject.
De rechtbank overwoog dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht de niet terugbetaalde bedragen in mindering had gebracht op de compensatie. De rechtbank stelde vast dat de compensatie alleen wordt toegekend voor daadwerkelijk terugbetaalde of verrekende kinderopvangtoeslag. Eiser had geen recht op compensatie voor het bedrag dat niet was terugbetaald, omdat hij in dat geval materieel meer zou ontvangen dan waar hij recht op had. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die een vergelijkbare lijn volgden.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het voorkomen van dubbele compensatie in het kader van de hersteloperatie voor gedupeerden van de toeslagenaffaire.