ECLI:NL:RBNHO:2023:12680

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
10555723 CV EXPL 23-3662
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering met betrekking tot leaseovereenkomst cv-ketel na verkoop woning

In deze zaak heeft eiser een geldvordering ingesteld tegen gedaagden, die een woning van hem hebben gekocht. In de woning bevond zich een geleasete cv-ketel. Eiser stelt dat de leaseovereenkomst voor de cv-ketel met de verkoop van de woning is overgegaan op gedaagden, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is. De koopovereenkomst bevatte een clausule die stelde dat de aanvaarding van het verkochte vrij was van huur-, lease- en/of huurkoopovereenkomsten. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat gedaagden de leaseovereenkomst buiten de koopovereenkomst om zouden hebben overgenomen of afgekocht. De kantonrechter wijst de vordering van eiser af en stelt dat de proceskosten voor rekening van eiser komen, maar deze worden op nihil gesteld omdat gedaagden zonder gemachtigde procederen. De uitspraak is gedaan door mr. W. Aardenburg op 13 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10555723 CV EXPL 23-3662
Uitspraakdatum: 13 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende op een geheim adres, domicilie kiezende te [plaats 1],
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: [gemachtigde]
tegen
[gedaagde 1]en
[gedaagde 2]
beide wonende te [plaats 2], gemeente [gemeente],
gedaagden
verder te noemen: [gedaagde 1] c.s.
procederend in persoon
De zaak in het kort
Geldvordering. In de door gedaagden van eiser gekochte woning bevond zich een geleasete cv-ketel. De door eiser gesloten leaseovereenkomst is, anders dan hij stelt, niet met het sluiten van de koopovereenkomst voor de woning overgegaan op gedaagden. Voor zover eiser (daarnaast) heeft beoogd te stellen dat gedaagden de leaseovereenkomst buiten de koopovereenkomst om zouden overnemen, dan wel afkopen, geldt dat eiser deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd. Eiser wordt daarom niet toegelaten tot bewijslevering.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 5 juni 2023 een vordering tegen [gedaagde 1] c.s. ingesteld. [gedaagde 1] c.s. hebben mondeling geantwoord.
1.2.
[eiser] heeft hierop tweemaal schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde 1] c.s. een schriftelijke reactie hebben gegeven.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft zijn voormalige woning, gelegen aan de [adres], [postcode] te [plaats 3] (hierna: de woning), via makelaarskantoor AnSa Vastgoed (‘Ansa’) te koop aangeboden voor een bedrag van € 225.000,-. In de verkoopadvertentie van AnSa staat onder meer opgenomen:
“(..)Algemeen
(..) CV combiketel Intergras HRE 24/18 (2018) o.b.v. lease en onderhoudscontract á € 25 per maand. (..)”
2.2.
Op 16 april 2021 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning. In de koopovereenkomst staat onder andere:
“5.6. De aanvaarding van het verkochte geschiedt vrij van huur-, lease- en/of huurkoopovereenkomsten.”
2.3.
Op 22 juli 2021 en 10 augustus 2021 heeft Feenstra Verwarming B.V. (hierna: Feenstra) [eiser] gesommeerd de openstaande facturen voor het lease- en onderhoudscontract van de Cv-ketel over de maanden mei, juni en juli 2021 te voldoen.
2.4.
Bij brief van 16 november 2021 heeft Feenstra [eiser] onder andere het volgende bericht:
“Ondanks meerdere betalingsherinneringen heeft u de openstaande factuur/facturen nog niet (volledig) voldaan. In deze brief vragen wij u nogmaals om het verschuldigde bedrag te betalen.
(..)
Wat gebeurt er als u het bedrag niet overmaakt?
Is het bedrag binnen drie dagen niet bij ons binnen, dan heeft de volgende consequenties:
1. Wij starten een incassotraject, waarvan de kosten voor uw rekening komen.
2a.. De verhuur van de cv-ketel stopt. Wij ontbinden de overeenkomst en brengen de restwaarde van het toestel in rekening. Afhankelijk van de cv-ketel en de looptijd van het contract kan dit bedrag oplopen tot enkele duizenden euro’s, of:
2b. Het serviceabonnement stopt. Wij ontbinden de overeenkomst en kunnen u niet meer helpen bij onderhoud en storingen. (..)”
2.5.
Bij brief van 22 november 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] onder meer het volgende geschreven aan [gedaagde 1] c.s.:
“Cliënt heeft op 16 november 2021 een factuur (..) van (..) Feenstra B.V. ontvangen. Uit de administratie van dit bedrijf blijkt dat u € 197,10 aan betalingsachterstanden hebt, waarbij Feenstra mijn cliënt hiervoor aansprakelijk heeft gesteld.
Uit de koopovereenkomst tussen u en cliënt inzake de woning (..) blijkt dat u de verplichtingen inzake de Cv-ketel volledig hebt overgenomen. U bent dit bedrag dan ook verschuldigd aan Feenstra B.V.
Ik verzoek u vriendelijk deze kwestie met Feenstra B.V. op te lossen. Op voorhand stel ik u in gebreke voor deze tekortkoming. De schade die hieruit voortvloeit zal op voorhand op u worden verhaald. (..)”
2.6.
In een brief van 6 december 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] het volgende geschreven aan [gedaagde 1] c.s.:
“(..) Ondergetekende ontving van Feenstra een factuur met betrekking tot de huurtoestel bekend onder het objectnummer (..).
Het afkoop bedrag is vastgesteld op € 1353,-.
Vanaf datum overdracht woning was u per maand € 25,65 verschuldigd met vanaf juni 2021 een verhoging naar
€ 26,29 per maand, zodat u een achterstand in betaling heeft opgebouwd tot een bedrag van € 197,10 periode mei t/m november 2021.
Feenstra heeft herhaaldelijk u aangeschreven maar tot op heden zonder resultaat.
(..) U kunt anders zelf even contact opnemen met Feenstra, zie bijlagen. Ik wil nogmaals benadrukken dat bij de verkoop van de woning deze kosten exclusief de cv-ketel waren. De desbetreffende makelaar was ook hiervan op de hoogte. (..)”
2.7.
Bij brief aan [gedaagde 1] c.s. van 31 december 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] hen gesommeerd een bedrag van € 208,41 aan [eiser] te betalen.
2.8.
Bij brief van 17 januari 2022 heeft TKB Incasso [eiser] namens Feenstra gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 1.771,13. Op 16 februari 2022 heeft TKB Incasso nogmaals een sommatie aan [eiser] gestuurd tot betaling van het genoemde bedrag.
2.9.
In een e-mail van S. Khan van SAS Vastgoed B.V. aan [gedaagde 1] c.s. van 18 januari 2022, getiteld ‘Afspraak nieuwe CV-ketel [adres], schrijft zij het volgende:
“(..) Thursday, January 20, 2022 at 08:30 Company Feenstra will disassemble and collect the current central healing boiler. At 13:00 Manoj Service Installation will install a new central heating boiler. (..)”
2.10.
De gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde 1] c.s. bij brief van 25 januari 2022 in gebreke gesteld en gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 2.338,82.
2.11.
In een verklaring van [betrokkene] van Ansa van 13 maart 2023 schrijft hij het volgende aan [eiser]:
“Nadat wij de opdracht bevestiging d.d. 07 maart 2021 van u hadden ontvangen inzake het verkoop object [adres], [postcode] [plaats 3], hebben wij deze woning in de verkoop geadverteerd met duidelijk de nadruk op overname lease overeenkomst CV-ketel alsmede de VvE verplichtingen dat inherent zijn geweest bij de koop/verkoop van dit object.
In de akte van levering onder punt 3.2 wordt nogmaals benadrukt dat alle eigenaarslasten overgedragen worden aan de kopers.
De kopers hadden ons voorgehouden dat zij de CV-overeenkomst met Feenstra B.V. zouden overnemen, dit zou separaat geschieden. (..)”

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert – na vermindering van eis - dat de kantonrechter [gedaagde 1] c.s. veroordeelt tot betaling van een bedrag in hoofdsom van € 1.973,53, te vermeerderen met de wettelijke rente en [gedaagde 1] c.s. veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat partijen bij de verkoop van de woning hebben afgesproken dat de leaseovereenkomst van de cv-ketel zou worden afgekocht door [gedaagde 1] c.s. De maandelijkse servicekosten van € 25,65 zouden zij ook voor hun rekening nemen. Een en ander staat opgenomen in artikel 6.1 van de koopovereenkomst. Ook uit de verkoopadvertentie en de e-mail van de makelaar valt af te leiden dat [gedaagde 1] c.s. van meet af aan op de hoogte waren van de overname van de cv-ketel, alsmede de verplichtingen die daaraan verbonden waren. Na de overdracht van de woning is [eiser] echter gebleken dat [gedaagde 1] c.s. hebben verzuimd tijdig de verplichtingen ten aanzien van de cv-ketel over te nemen en dat zij de maandelijkse servicekosten niet betalen aan Feenstra. Feenstra heeft [eiser] in gebreke gesteld vanwege het uitblijven van deze betalingen. Ondanks het feit dat [eiser] [gedaagde 1] c.s. heeft verzocht het verschuldigde bedrag te betalen, hebben zij dit nagelaten. [eiser] heeft daarom zelf de achterstallige leasekosten over de periode mei tot en met november 2021 ‘onrechtmatig’ voldaan en heeft recht op (terug)betaling daarvan door [gedaagde 1] c.s.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde 1] c.s. betwisten de vordering. Zij voeren, samengevat, aan dat zij bij het sluiten van de koopovereenkomst niet hebben gezien dat er sprake was van een leaseovereenkomst voor de cv-ketel. [gedaagde 1] c.s. kwamen hier pas in november/december 2021 achter nadat [eiser] hen voor het eerst over deze kwestie had bericht. Nadat [gedaagde 1] c.s. hierover contact hebben opgenomen met Feenstra, werden zij voor de keuze gesteld om ofwel € 1.300,00 te betalen of ervoor te kiezen om de cv-ketel weg te halen. [gedaagde 1] c.s. hebben voor de laatste optie gekozen en een nieuwe CV ketel laten installeren. [gedaagde 1] c.s. hebben de openstaande termijnen over november en december 2021 aan Feenstra betaald. De cv-ketel is in januari 2022 weggehaald en [gedaagde 1] c.s. hebben de achterstanden die er op dat moment waren betaald.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt voorop dat de grondslag van de vordering van [eiser] niet eenduidig is. [eiser] lijkt zich enerzijds op het standpunt te stellen dat de overdracht van de rechten en plichten ten aanzien van de leaseovereenkomst
inde koopovereenkomst staat opgenomen. Anderzijds lijkt hij te stellen dat [gedaagde 1] c.s. de leaseovereenkomst
buitende koopovereenkomst om zouden overnemen, dan wel afkopen.
beoordelingskader
5.2.
De kantonrechter stelt voorop dat het bij de uitleg van de gemaakte afspraken niet alleen gaat om een zuiver taalkundige uitleg van de koopovereenkomst, maar het aankomt op de zin die partijen daaraan in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (zie ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Omdat [eiser] zich beroept op de rechtsgevolgen van de door hem gestelde overeenkomst, rust op grond van artikel 150 Rv op hem de stelplicht en, bij voldoende betwisting door [gedaagde 1] c.s., de bewijslast (en daarmee het bewijsrisico) van het bestaan van een dergelijke aanspraak.
5.3.
Ter onderbouwing van zijn vorderingen verwijst [eiser] naar artikel “6.1” van de koopovereenkomst, waarin volgens [eiser] staat opgenomen dat
“de onroerende zaak aan kopers wordt overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt, derhalve met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, zichtbare en onzichtbare gebreken en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.”
5.4.
De kantonrechter stelt vast dat er geen artikel 6.1 in de door [eiser] overgelegde koopovereenkomst staat opgenomen. Het genoemde artikel is ook niet op een andere plek in de koopovereenkomst terug te vinden en het (wel) daarin opgenomen artikel 6 bevat een volledig andere tekst. Daar komt bij dat in artikel 5.6 van de koopovereenkomst (2.2) zelfs letterlijk het tegenovergestelde staat opgenomen: “
De aanvaarding van het verkochte geschiedt vrij van huur-, lease- en/of huurkoopovereenkomsten.”
5.5.
Gelet op het voorgaande biedt de koopovereenkomst dus geen grondslag voor de vorderingen van [eiser]. Dat betekent dat de rechten en plichten die voortvloeien uit de tussen [eiser] en Feenstra bestaande leaseovereenkomst niet
metde koopovereenkomst op [gedaagde 1] c.s. zijn overgegaan. De vordering zal daarom op deze grond worden afgewezen.
5.6.
Voor zover de kantonrechter de stellingen van [eiser] zo moet begrijpen dat partijen (ook) naast de koopovereenkomst de afspraak hebben gemaakt dat de leaseovereenkomst zou worden overgenomen, dan wel afgekocht, door [gedaagde 1] c.s. geldt dat [eiser] deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd. Gesteld, noch gebleken is immers hoe de overname c.q. afkoop in dat geval zou gaan plaatsvinden, terwijl overname c.q. afkoop van de leaseovereenkomst buiten [eiser] als origineel contractnemer om niet mogelijk is, omdat zijn medewerking c.q. toestemming (en die van Feenstra) daartoe hoe dan ook was vereist. De vordering ligt daarom ook in zoverre voor afwijzing gereed.
5.7.
[eiser] heeft aangeboden om Ansa als getuige te horen indien dit noodzakelijk wordt geacht. De kantonrechter zal aan dit verzoek voorbij gaan, omdat [eiser] zijn stellingen onvoldoende heeft onderbouwd om tot bewijs te worden toegelaten. Bovendien heeft [eiser] niet concreet gemaakt wat deze getuige meer of anders zou kunnen verklaren dan wat reeds uit de schriftelijke verklaring blijkt.
5.8.
Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de vorderingen van [eiser] afwijzen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat hij ongelijk krijgt. De proceskosten zullen op nihil worden gesteld omdat [gedaagde 1] c.s. procederen zonder gemachtigde en er geen sprake is van reis- verblijf- en verletkosten.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde 1] c.s. op nihil worden gesteld;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter