Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de uitgebrachte dagvaarding van 2 november 2023 met 20 producties (1-20)
- de akte houdende eis in voorwaardelijke reconventie
- productieoverzicht met 11 producties van PeCeHa (1-11)
- de e-mail van 15 november 2023 van de advocaat van [betrokkene 1] met 4 aanvullende producties (21-24)
- de mondelinge behandeling van 17 november 2023
- de spreekaantekeningen van de advocaat van [betrokkene 1]
- de spreekaantekeningen van de advocaten van PeCeHa.
- [betrokkene 1] , bestuurder van [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] )
- mr. Rijken voornoemd
- [betrokkene 2] , bestuurder van PeCeHa (hierna: [betrokkene 2] )
- mrs. Dijkstra en Hartsuiker voornoemd.
2.De feiten
Artikel 4.1 graag deze week een voorstel voor de dividend van boekjaar 2022.
Artikel 7.1 graag deze week een correcte voorraadopgave (…)
{afbeelding van Brief}
De medewerkers aanwezig op de zaak zijn door [betrokkene 2][ [betrokkene 2] , voorzieningenrechter]
geinformeerd over zijn besluit de werkzaamheden bij [betrokkene 1] te beeindigen per 30 September a.s.
[betrokkene 2] stelt een brief op welke na overleg met [betrokkene 1][ [betrokkene 1] , voorzieningenrechter]
gestuurd zal worden naar klanten, leveranciers en relaties, ten einde ook deze te informeren over het vertrek van [betrokkene 2] .
Overname/ doorlinken mail [betrokkene 2] . Per direct ontvangt [betrokkene 1] van [betrokkene 2] alle lopende / relevante mail. Na 30 September mail omzetten van [e-mailadres 1] naar [e-mailadres 2]
Aanbieden aandelen PeCeHa beheer bv. aan [betrokkene 1] Beheer bv., volgens aandeelhoudersovereenkomst zal [betrokkene 2] de aandelen aanbieden. Gezien het tegenvallende resultaat over de eerste 6 maanden (terugval resultaat van 221.465,31 + naar 49.883,87 + met nog te maken correctie voorraad) zal terugname aandelen op basis van marktwaarde nu slechter uitvallen dan terugname op basis van verkrijgingswaarde van 11 Maart 2022. Op basis van deze getallen is gesproken over terugname op basis van 50% van 450.000 zijnde 225.000 euro. [betrokkene 2] komt hier op terug.
“staat stijf van de werkstress”.
ontslag PeCeHA Beheer B.V. als bestuurder van de Vennootschap en het verlenen van décharge; en
benoeming [eiseres] B.V. als bestuurder van de Vennootschap.
{afbeelding van mail}
3.Het geschil in conventie
Gedaagde te veroordelen tot nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst en haar daarmee specifiek te gebieden haar aandelen op grond van artikel 11.2.3. aandeelhoudersovereenkomst schriftelijk aan te bieden aan [betrokkene 1] conform het bepaalde in artikel 11.2.4 (sub (i)) aandeelhoudersovereenkomst en daaraan conform artikel 11.2.4 jo. 11.2.2 volledige medewerking te verlenen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000 per dag dat gedaagde het gebod niet nakomt, met een maximum van EUR 500.000, althans een door u E.A. voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
Gedaagde te veroordelen tot nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst en haar daarmee specifiek te gebieden mee te werken aan vaststelling van de marktwaarde van de aandelen ex artikel 11.2.4. sub (i) aandeelhoudersovereenkomst, al dan niet ex sub (iii) aandeelhoudersovereenkomst van de Deskundigenprocedure (zoals gedefinieerd in de aandeelhoudersovereenkomst) alle medewerking te verlenen aan het onderzoek van een op verzoek van eiseres door het NIRV ingeschakelde onafhankelijke registervaluator, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000 per dag dat gedaagde niet nakomt, met een maximum van EUR 500.000, althans een door u E.A. voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
gedaagde te gebieden, zodra de koopprijs van de aandelen is vastgesteld, mee te werken aan overdracht van zijn aandelen door middel van ondertekening van de akte van overdracht bij de notaris dan wel door middel van ondertekening van een daartoe bestemde volmacht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000 per dag dat gedaagde niet nakomt, met een maximum van EUR 500.000, althans een door u E.A. voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
Gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsook in de nakosten welke voortvloeien uit de onderhavige procedure, e.e.a. te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over de (na)kosten, tot aan de dag der algehele voldoening.
early/bad leavergehouden de door haar gehouden aandelen onmiddellijk aan [betrokkene 1] aan te bieden en daaraan volledige medewerking te verlenen. Op grond van artikel 11.2.4 sub (i) van de Aandeelhoudersovereenkomst is de prijs voor de aan te bieden aandelen gelijk aan 50% van de lagere waarde van (a) de marktwaarde op het moment dat de aanbiedingsplicht ontstond, dan wel (b) de verkrijgingsprijs van de Aandelen. PeCeHa is ook gehouden mee te werken aan vaststelling van de marktwaarde van de aandelen volgens de in de Aandeelhoudersovereenkomst omschreven deskundigenprocedure en aan de overdracht van de aandelen.
leaver’regeling niet in werking zijn getreden. Ook is er geen sprake van enige tekortkoming van PeCeHa op grond van de Aandeelhoudersovereenkomst, zodat er ook op die grond geen sprake kan zijn van een aanbiedingsplicht.
early/bad leaverregeling niet van toepassing. Dit is ook met [betrokkene 1] besproken, maar [betrokkene 1] is er op uit door middel van een listige kunstgreep haar minderheidsaandeelhouder voor een zeer laag bedrag uit te kopen. Dat [betrokkene 2] ondanks zijn verergerde ziekte maandenlang heeft doorgewerkt maakt volgens PeCeHa niet dat hij niet ziek was.
4.Het geschil in reconventie
[betrokkene 1] te veroordelen aan PeCeHa ten titel van voorschot op betaling van de koopprijs van de aandelen binnen 5 werkdagen na het te dezen te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 225.000,- (zegge: tweehonderdvijfentwintig duizend euro);
ex art. 616 (lid 3 sub a) Rv, [betrokkene 1] te veroordelen binnen 5 werkdagen na het te dezen te wijzen vonnis voldoende zekerheid te stellen ter afdekking van het restitutierisico dat bij toewijzing van de bij inleidende dagvaarding ingestelde vorderingen minimaal ontstaat voor PeCeHa, door een bedrag over te boeken van € 225.000,- (zegge: tweehonderdvijfentwintig duizend euro, naar de derdengeldenrekening van de advocaat van PeCeHa (SWDV Advocaten, [rekeningnummer] o.v.v. "zekerheidstelling [betrokkene 1] /PeCeHa”) , die het bedrag op zijn derdengeldenrekening zal aanhouden totdat een bodemrechter bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis heeft beslist - of uit dat vonnis volgt - hoe deze gelden dienen te worden aangewend dan wel totdat partijen eenstemmig instructie geven voor de aanwending of verdeling van voornoemd bedrag, dit op straffe van verval van de bevoegdheid van [betrokkene 1] met het oog op welker uitoefening de zekerheidstelling is bevolen;
aan de onder II. gevorderde zekerheidstelling een dwangsom te verbinden van € 1.000,- per dag dat [betrokkene 1] daarmee na 5 werkdagen na het te dezen te wijzen vonnis in gebreke blijft met een maximum van € 50.000,-;
ex art. 233 lid 3 Rv aan de uitvoerbaarverklaring bij voorraad de voorwaarde te verbinden dat het onder ll. gevorderde bedrag als zekerheid is gesteld, door overboeking van dat bedrag naar de derdengeldenrekening van de advocaat van PeCeHa (SWDV Advocaten, [rekeningnummer] o.v.v. "zekerheidstelling [betrokkene 1] /PeCeHa);
[betrokkene 1] te veroordelen in de proceskosten, salaris advocaat en nakosten daaronder begrepen.
early/bad leaverregeling en de oorspronkelijke verkrijgingsprijs.
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
early leaver-regeling van artikelen 11.2.3 sub (i) jo 11.2.4 van toepassing. De centrale vraag waarvoor de voorzieningenrechter zich geplaatst ziet, is dan ook of voorshands voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat de opzegging rechtsgeldig is en om een andere reden dan arbeidsongeschiktheid of langdurige ziekte is gedaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dat het geval. De voorzieningenrechter licht dit hieronder toe.
“klanten, medewerkers en de materie waarin je werkt”(zie de e-mail van [betrokkene 1] van 17 juli 2023, 2.12). Uit de (tekst van de) opzegging blijkt dan ook niets over eventuele ziekte van [betrokkene 2] als grond voor de opzegging van de Managementovereenkomst door PeCeHa. Ook hebben partijen na de opzegging gesproken en gecorrespondeerd over het tot het eind van het jaar voortzetten en afronden van zijn werkzaamheden door [betrokkene 2] . Dit past niet bij het beeld van een door overspannenheid ingegeven opzegging en/of een ten gevolge van functionele arbeidsongeschiktheid onmogelijk geworden samenwerking. In dit verband merkt de voorzieningenrechter verder op dat partijen begin 2023 hebben gecommuniceerd over problemen in de samenwerking (zie de e-mail van [betrokkene 2] van 15 februari 2023, r.o. 2.7), waarna partijen kennelijk een werkbare samenwerking hebben kunnen vinden (zie in dit verband ook de e-mail van [betrokkene 1] van 5 juli 2023, r.o. 2.8). Ook merkt de voorzieningenrechter in dit verband op dat [betrokkene 2] blijkens het door hem overgelegde medisch dossier na 3 januari 2023 voor het eerst weer op 8 september 2023 naar zijn huisarts is gegaan, dus enkele dagen ná de mededeling van [betrokkene 1] dat PeCeHa als
early/bad leaverin de zin van de Aandeelhoudersovereenkomst werd beschouwd met als gevolg dat de prijs van de aandelen overeenkomstig die regeling gelijk zou worden gesteld aan 50% van hetzij de Marktwaarde, hetzij de verkrijgingsprijs van de Aandelen. Pas op 11 september 2023 heeft PeCeHa zich vervolgens op de ziekte van [betrokkene 2] beroepen. Hoewel ten tijde van de opzegging wel sprake was van stress en/of slecht slapen (van zowel [betrokkene 2] als [betrokkene 1] ), is in dit kort geding dus niet voldoende aannemelijk geworden dat bij de opzegging op 31 juli 2023 al sprake was van medisch objectiveerbare redenen voor die opzegging of van functionele arbeidsongeschiktheid. Dat [betrokkene 2] veel stress heeft ervaren gedurende zijn werkzaamheden en wellicht ná de opzegging op 31 juli 2023 overspannen is geworden, maakt het voorgaande niet anders.
early / bad leaver-regeling als bedoeld in artikel 11.2.3 sub (i) van de Aandeelhoudersovereenkomst, terwijl PeCeHa zich op het standpunt stelt dat zij de aandelen op een later moment (nadat zij de managementovereenkomst heeft opgezegd) zal moeten aanbieden op grond van een redelijke
good leaver-prijs. De voorzieningenrechter overweegt daarover als volgt.
good leaverbeschouwde wegens ziekte of langdurige arbeidsongeschiktheid, had dat ten tijde van die opzegging ook (kenbaar) zo moeten zijn. Dat is echter onvoldoende gebleken. Uit de feitelijke gang van zaken en de tussen partijen gevoerde correspondentie volgt zoals gezegd dat niet zozeer gezondheidsklachten maar veeleer andere beweegredenen aan de opzegging ten grondslag lagen.
early / bad leaver-regeling van artikelen 11.2.3 sub (i) jo 11.2.4 van de Aandeelhoudersovereenkomst van toepassing en is PeCeHa gehouden mee te werken aan de nakoming van deze bepalingen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de vorderingen van [betrokkene 1] een zodanige kans van slagen in een bodemprocedure dat, mede gelet op de belangen van partijen over en weer, vooruitlopen daarop door toewijzing in kort geding gerechtvaardigd is.
early leaver-regeling uit de de Aandeelhoudersovereenkomst een aanzienlijke financiële consequentie heeft voor PeCeHa, maar dat enkele feit maakt nog niet dat de zaak daarmee te complex of omvangrijk is voor behandeling in kort geding. Hoewel de voorzieningenrechter oog heeft voor de menselijke kant van het verhaal, gaat het in casu om een zakelijke overeenkomst.
1.079,00
lagere waarde van(a) de Marktwaarde van de aandelen op het moment dat de aanbiedingsplicht ontstond en (b) de verkrijgingsprijs daarvan (zie 2.2). Dat de financiële resultaten van de Vennootschap over het jaar 2023 aanmerkelijk minder gunstig zijn dan die over 2022, is tussen partijen niet in geschil. Dat betekent dat het nog maar zeer de vraag is of de Marktwaarde van de aandelen de verkrijgingsprijs zal overstijgen. Bij die stand van zaken kan voorshands niet gezegd worden dat 50% van de waarde van de aandelen ‘sowieso’ correspondeert met € 225.000,-, zoals uit het betoog van PeCeHa moet worden afgeleid. Nu de Marktwaarde nog door een deskundige moet worden vastgesteld, is de vordering tot betaling van een voorschot daarop van € 225.000,- reeds om die reden niet toewijsbaar. Bovendien zullen, zoals [betrokkene 1] heeft aangevoerd, de aandelen niet geleverd worden zolang de koopprijs niet tijdig op de derdengeldrekening van de notaris aanwezig is, zodat er ook om die reden geen noodzaak of grondslag bestaat voor betaling van een voorschot.
€ 539,50(factor 0,5 × tarief € 1.079,00)