Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
Over de periode 2017-2022 zijn verschillende, opeenvolgende versies van de CAO ABU algemeen verbindend verklaard, die aan de hand van hun looptijd (jaartal) zullen worden vermeld.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert een voormalig werknemer, [eiser], van zijn werkgever, AFS Uitzendbureau B.V., betaling van achterstallig loon. De werknemer stelt dat hij verplicht was om 15 minuten voor aanvang van zijn dienst aanwezig te zijn, en dat deze tijd als arbeidstijd moet worden gekwalificeerd. De kantonrechter oordeelt dat de tijd die de werknemer voor aanvang van zijn dienst aanwezig moest zijn, inderdaad als arbeidstijd moet worden aangemerkt, en dat de werknemer recht heeft op loon over deze periode. De vordering is ingesteld op 9 maart 2023, en na een zitting op 2 oktober 2023, waarin beide partijen hun standpunten hebben toegelicht, heeft de kantonrechter op 29 november 2023 uitspraak gedaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer recht heeft op een bedrag van € 3.614,98 bruto aan achterstallig loon, inclusief vakantietoeslag, over de periode van 5 juni 2017 tot 1 juni 2022. Daarnaast is AFS veroordeeld tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de wettelijke verhoging gematigd tot nihil, gezien de omstandigheden van de zaak. De proceskosten zijn voor rekening van AFS, die ongelijk heeft gekregen in deze procedure.