In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Chubb European Group SE (hierna: Chubb) en Tilburg Centrum OG B.V. (hierna: TCOG). Chubb, als verzekeraar van Basic Fit Nederland B.V., vorderde schadevergoeding van TCOG voor waterschade die was ontstaan door een losgeraakte waterleiding in het gehuurde pand van Basic Fit. Chubb stelde dat de schade was veroorzaakt door onrechtmatig handelen van een medewerker van TCOG, en dat TCOG aansprakelijk was op grond van artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek. TCOG betwistte de aansprakelijkheid en beroept zich op exoneratiebepalingen uit de ROZ-voorwaarden die van toepassing waren op de huurovereenkomst met Basic Fit.
De rechtbank oordeelde dat TCOG zich terecht op de exoneratiebepalingen kon beroepen. De exoneratie was niet alleen van toepassing op contractuele verbintenissen, maar ook op situaties van schade door binnentredend water. De rechtbank concludeerde dat TCOG niet aansprakelijk was voor de schade die Basic Fit had geleden, en wees de vorderingen van Chubb af. Daarnaast werd Chubb veroordeeld in de proceskosten van TCOG, die op € 9.497,00 werden begroot.
Deze uitspraak benadrukt de reikwijdte van exoneratiebedingen in huurovereenkomsten en de mogelijkheid voor verhuurders om aansprakelijkheid voor bepaalde schade uit te sluiten, zelfs in gevallen van onrechtmatig handelen door hun medewerkers. De rechtbank bevestigde dat de ROZ-voorwaarden in dit geval van toepassing waren en dat de exoneratie ook schade door binnentredend water omvatte, wat leidde tot de afwijzing van de vorderingen van Chubb.