ECLI:NL:RBNHO:2023:11855

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 februari 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
10266718 \ WM VERZ 23-26
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden van 8 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. De betrokkene, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 13 februari 2023 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie het standpunt gehandhaafd en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De betrokkene betwistte de opgelegde boete en voerde aan dat niet was gebleken dat het verkeersbord H1 was gepasseerd en dat er geen toereikend schouwrapport beschikbaar was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging geautomatiseerd is geconstateerd door radarapparatuur in combinatie met een flitspaal, en dat de maximumsnelheid ter plaatse 50 km/h bedraagt. De kantonrechter oordeelde dat de aanwezigheid van het verkeersbord H1 voldoende aannemelijk was gemaakt door middel van een Google Maps afbeelding en een schouwrapport.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep van de betrokkene is ongegrond verklaard, en het verzoek om vergoeding van proceskosten is afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10266718 \ WM VERZ 23-26
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 27 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. A. Khadri is namens gemachtigde verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 8 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en gemachtigde heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat betrokkene bestrijdt dat bord H1 is gepasseerd en dat niet is gebleken dat de bebording is gecontroleerd. Ook is er geen toereikend schouwrapport. De rijroute is geduid, er is onvoldoende bewijs dat de gedraging is verricht. Ter zitting is namens gemachtigde het beroepschrift nader toegelicht.
In het zaakoverzicht dat zich in het dossier bevindt staat dat de gedraging geautomatiseerd is geconstateerd door middel van radarapparatuur in combinatie met een flitspaal, dat de maximum snelheid ter plaatse 50 km/h bedraagt en dat de gedraging plaatsvond binnen de bebouwde kom.
De betrokkene wordt verweten te hebben gehandeld in strijd met artikel 20, aanhef en onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) dat bepaalt dat de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h bedraagt. Het begin van de bebouwde kom wordt aangegeven door middel van een bord H1 van bijlage 1 bij het RVV 1990. Om vast te kunnen stellen dat de gedraging is verricht is niet noodzakelijk dat wordt vastgesteld dat iedere toegangsweg tot de bebouwde kom van een bord H1 is voorzien. Voldoende is dat de toegangsweg waarlangs de bestuurder van het voertuig de bebouwde kom is ingereden is voorzien van een bord H1 (vgl. het arrest van het hof van 28 februari 2020, vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2020:1803).
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft in reactie op het verweer van de gemachtigde een uitdraai van een afbeelding afkomstig van Google Maps Streetview overgelegd. Op deze afbeelding, die is opgenomen in januari 2022, is te zien dat aan het begin van de rijroute op de N200 ter hoogte van Halfweg bebording H1 is geplaatst.
Als uitgangspunt ( ECLI:NL:GHARL:2022:7804) wordt gehanteerd dat de aanwezigheid van de bebording ten tijde van de gedraging met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld als uit (aanvullende) stukken blijkt dat deze bebording aanwezig was op enig moment niet meer dan zes maanden vóór en niet meer dan zes maanden ná de gedraging.
Nu deze afbeelding ziet op de situatie van ongeveer zes weken voor de gedraging en in het dossier een schouwrapport zit van 25 april 2022, ongeveer acht weken na de verweten gedraging is de kantonrechter van oordeel dat met deze stukken voldoende aannemelijk is gemaakt dat ten tijde van de verweten gedraging (deugdelijke) bebording H1 aanwezig was.
Dat een uitdraai van een afbeelding van Google Maps hiertoe niet volstaat is niet gebleken. Verificatie dat het bord niet is verwijderd of vervangen moet blijken uit nadere stukken van daarvoor beschikbare bronnen. Aan dat vereiste is voldaan. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: