Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
2.Procesverloop
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- wordt verplicht om zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen en behandelen op de FPA van GGZ Noord-Holland-Noord te Heiloo of een soortgelijke intramurale instelling, dan wel in een FPK, zulks ter beoordeling van de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dat in overleg met die instelling nodig acht;
- zich laat behandelen door een nog nader te bepalen instelling, te bepalen
.
3.Informatie van de reclassering
4.Standpunt van de officier van justitie
5.Standpunt van de verdediging
6.Oordeel van de rechtbank
nietbetekent dat de veroordeelde de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf moet gaan uitzitten. De veroordeelde heeft namelijk – zoals ook door de officier van justitie ter zitting is bevestigd – dit voorwaardelijk opgelegde strafdeel reeds uitgezeten. Daarnaast merkt de rechtbank op dat door de toewijzing van de vordering de bijzondere voorwaarden komen te vervallen.