ECLI:NL:RBNHO:2023:11442
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Malle B.V. een vordering ingesteld tegen Intercessie Heerhugowaard B.V. wegens huurachterstand en heeft zij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte gevorderd. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van 2 jaar en drie maanden, en na afloop was deze voortgezet voor vijf jaar. Malle heeft op 9 februari 2023 een dagvaarding uitgebracht, waarna op 6 september 2023 een zitting heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting heeft Malle haar vordering toegelicht, waarbij zij stelde dat Intercessie in gebreke was gebleven met de betaling van de huurpenningen van juli 2022 tot en met februari 2023. Intercessie heeft de vordering betwist en verzocht om een betalingsregeling, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand van meer dan acht maanden een ernstige tekortkoming vormt die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Malle recht heeft op ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Intercessie is veroordeeld tot betaling van achterstallige huur, een contractuele boete, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter heeft de vordering tot gedwongen ontruiming afgewezen, maar heeft bepaald dat de deurwaarder het pand kan betreden voor ontruiming indien nodig. De rechter heeft ook overwogen dat de schadevergoeding voor Malle gelijk is aan de huur tot de datum van ontbinding en dat Intercessie verantwoordelijk is voor de kosten die voortvloeien uit de gedwongen ontruiming.