Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
€ 13.284,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van algehele betaling;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever. De werknemer, [verzoeker], had een verzoek ingediend om een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding, nadat de werkgever, [verweerder], de arbeidsovereenkomst had opgezegd zonder toestemming van het UWV en zonder schriftelijke instemming van de werknemer. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging in strijd was met de wettelijke regels en dus niet rechtsgeldig was. De werkgever werd veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 13.284,00 bruto, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 2.214,00 bruto, en een transitievergoeding van € 669,59 bruto. Daarnaast werd de werkgever veroordeeld tot betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld, en tot afgifte van de juiste loonstroken en een correcte eindafrekening. De kantonrechter overwoog dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld en dat de werknemer recht had op compensatie voor de gevolgen van dit handelen. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke regels bij de opzegging van arbeidsovereenkomsten en de rechten van werknemers in dergelijke situaties.