In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 16 augustus 2022, wordt het verzoek van een inwoonster van Heemskerk om schadevergoeding na een datalek bij de gemeente afgewezen. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.E. Stam, had een schadevergoeding van 2.000 euro aangevraagd, stellende dat zij stress- en angstklachten had als gevolg van het datalek dat in 2019 had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt echter dat de eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar claims te onderbouwen.
De rechtbank behandelt het verzoek op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de relevante bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. Eiseres had op 1 juni 2021 een verzoek om schadevergoeding ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk, dat dit verzoek op 27 juli 2021 afwees. De rechtbank oordeelt dat het college het bezwaar tegen dit besluit niet-ontvankelijk had moeten verklaren, maar dat dit niet leidt tot toekenning van de schadevergoeding.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet met concrete en objectieve gegevens heeft aangetoond dat zij geestelijk letsel heeft opgelopen door het datalek. De overgelegde e-mails van haar maatschappelijk werker en huisarts zijn onvoldoende om de gestelde schade te onderbouwen. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar verklaart het beroep gegrond en draagt het college op het griffierecht van eiseres te vergoeden.