14.6Verhuurder en huurder gaan in beider voordeel een langlopende huurovereenkomst aan voor de periode van 10 jaar. Verhuurder en huurder komen overeen dat bij verlenging van de huurovereenkomst per 1 september 2026 en bij eventuele latere verlengingen onverminderd het bepaalde in artikel 4.5 en mits huurder haar betalingsverplichting conform artikel 4.10 tijdig en volledig nakomt huurder, per 1 september 2016 een korting op de huur zal krijgen groot € 10.000 = (zegge tienduizend euro) per jaar.”
7. De vennootschap heeft op 31 augustus 2016 haar ondernemingsactiviteiten gestaakt.
8. In de aangifte ib/pvv 2016 heeft eiser een inkomen uit werk en woning (tevens verzamelinkomen) aangegeven van € 34.860, bestaande uit winst uit onderneming van € 34.860. De aangifte is als volgt opgebouwd:
Inkomen uit werk en woning
Winst uit onderneming
Winstaandeel [bedrijf 1]
€ 33.996
Bij: (deels) niet aftrekbare kosten
€ 182
Bij: desinvesteringsbijtelling
€ 1.834
Bij: onttrekking fiscale oudedagsreserve
€ 15.434
€ 40.536
Af: zelfstandigenaftrek
€ 7.280
Af: stakingsaftrek
€ 3.630
€ 40.536
Af: MKB-winstvrijstelling
€ 5.676
Inkomen uit werk en woning (verzamelinkomen)
€ 34.860
9. Uit de jaarrekening 2016, gevoegd bij de aangifte ib/pvv 2016, blijkt dat door de staking ten aanzien van de onroerende zaken een boekresultaat is gerealiseerd van € 20.821 (waarde in het economische verkeer € 637.500 minus boekwaarde € 628.679).
10. De opgelegde aanslag ib/pvv 2016 is als volgt opgebouwd:
Aangegeven inkomen uit werk en woning
€ 34.860
Correctie stakingswinst (50% van € 227.602)
+ € 113.801
Correctie desinvesteringsbijtelling
+ € 542
Correctie MKB-winstvrijstelling
- € 16.009
Totaal correcties winst uit onderneming
+ € 98.916
Inkomen uit werk en woning (verzamelinkomen)
€ 205.655
11. In de uitspraak op bezwaar staat – voor zover van belang – het volgende:
“
Samenvatting van uw bezwaar
Uw client was vennoot in de onderneming [bedrijf 1] V.O.F. De onderneming is gestaakt op 31 augustus 2016. Tot het ondernemingsvermogen behoorde onroerende zaken. Dit betreft de onroerende zaken [locaties] en [locatie 4] te [plaats] . Voor het bepalen van de stakingswinst hebt u aan die onroerende zaken een waarde toegekend van € 637.500.
Bij het vaststellen van de aanslag heeft de inspecteur de waarde in het economische verkeer van die onroerende zaken bepaald op € 865.102. Voor de bepaling van deze waarde heeft de inspecteur de huurovereenkomst met de overnemer van de onderneming als uitgangspunt genomen. Hierdoor is de stakingswinst op een hoger bedrag vastgesteld dan u in de aangifte hebt aangegeven. (…)