Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de besloten vennootschap Pontmeyer Hout B.V.
Pontmeyer Services B.V.
Pontmeyer Groothandel B.V.
Federatie Nederlandse Vakbeweging
1.Het procesverloop
2.De feiten
- “
- veroordeelt Pontmeyer Hout B.V., Pontmeyer Services B.V. en Pontmeyer Groothandel B.V. elk afzonderlijk om aan de boven-cao-werknemers alsnog de na 1 januari 2012 geldende indexeringen en eenmalige uitkeringen (art. 21 van de CAO-Houthandel) toe te kennen en uit te betalen, voor zover dat niet al is gebeurd, dit te vermeerderen met (1) een wettelijke verhoging van 15% en (2) de wettelijke rente telkens vanaf de dag dat de werkgever met betaling van het juiste loon in verzuim is tot aan de dag van de volledige betaling” (…)
‘Het gewijzigde beloningsbeleid voor boven-cao-werknemers hield onder meer in dat zij niet langer de tot dan toe gebruikelijke (automatische ) cao-loonsverhoging dan wel indexering (art. 21 CAO - Houthandel) zouden ontvangen. In plaats daarvan werd voor deze werknemers een salarisverhoging afhankelijk gesteld van hun (nieuwe) salarisschaal en de beoordeling van de betrokken werknemer’(…).
‘de eenzijdige invoering van de nieuwe beloningssystematiek(Rb: is)
op (uitsluitend) het punt van het niet langer automatisch toekennen van de indexeringen en de eenmalige uitkeringen van de CA) Houthandel niet rechtsgeldig’.
3.Het gezamenlijke verzoek
4.Het standpunt van Pontmeyer
5.Het standpunt van FNV
6.De beoordeling
om aan de boven-cao-werknemers alsnog de na 1 januari 2012 geldende indexeringen en eenmalige uitkeringen (art. 21 van de CAO-Houthandel) toe te kennen en uit te betalen, voor zover dat niet al is gebeurd, dit te vermeerderen met (1) een wettelijke verhoging van 15% en (2) de wettelijke rente telkens vanaf de dag dat de werkgever met betaling van het juiste loon in verzuim is tot aan de dag van de volledige betaling” (…).Het gaat om de tussenzin ‘
voor zoverdatniet al is gebeurd’. Het woord ‘dat’ verwijst daarbij naar de betaling van indexeringen en eenmalige uitkeringen overeenkomstig artikel 21 cao Houthandel en onderschrijft in combinatie met rechtsoverweging 13 (sub v) van het arrest dat er in de periode vanaf 1 januari 2012 reeds betalingen in dat kader zijn verricht.
Op (uitsluitend) het punt” in rechtsoverweging 23 van het arrest verwijst naar de in rechtsoverweging 15 (en 13) aangeduide categorieën van wijzigingen. De stelling van FNV dat uit de overwegingen van het arrest evident blijkt dat er geen verband bestaat tussen de loonsverhogingen op grond van het boven-cao-beloningsbeleid en de verhogingen op grond van artikel 21 cao Houthandel, volgt de rechtbank niet. Dit verband blijkt namelijk al uit rechtsoverweging 6 waar het Gerechtshof vaststelt dat het gewijzigde beloningsbeleid van Pontmeyer onder meer inhield dat de boven-cao-werknemers niet langer de tot dan toe gebruikelijke (automatische) cao-loonsverhogingen dan wel indexering (artikel 21 cao Houthandel) zouden ontvangen en
in plaats daarvaneen salarisverhoging afhankelijk van de (nieuwe) salarisschaal en beoordeling van de betrokken werknemer.