Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op een beroep tegen de proceskostenvergoeding die door de officier van justitie was vastgesteld in een verkeersboetezaak. De gemachtigde van de betrokkene, Verkeersboete.nl (N.G.A. Voorbach), betoogde dat de officier van justitie ten onrechte een half punt had toegekend voor een telefonische hoorzitting, omdat er expliciet was verzocht om een fysieke hoorzitting. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel het verzoek om een fysieke hoorzitting terecht was, de beslissing van de officier van justitie niet tot gegrondverklaring van het beroep kon leiden. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene tegen de boete al gegrond verklaard en de boete was vernietigd. Hierdoor had de betrokkene geen belang bij het beroep bij de kantonrechter, aangezien er geen ander of beter resultaat kon worden bereikt. De kantonrechter verklaarde het beroep tegen de proceskostenvergoeding ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van de proceskosten af. De uitspraak werd gedaan op 13 april 2022, en de mogelijkheid tot hoger beroep werd vermeld, met een termijn van zes weken na de toezending van de uitspraak.