In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een disciplinaire procedure tegen eiseres, die werkzaam was als senior complexbeveiliger bij een penitentiaire inrichting. Eiseres kreeg een disciplinaire straf opgelegd in de vorm van verplaatsing naar een mediorfunctie en een lagere salarisschaal, wegens ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim was het gevolg van het onterecht delen van gevoelige informatie over een levenslanggestrafte gedetineerde met een persoon die zich als politieambtenaar voordeed, zonder de identiteit van deze persoon te verifiëren. Eiseres had eerder al een waarschuwing ontvangen voor een ander plichtsverzuim, wat door de rechtbank als verzwarende omstandigheid werd meegewogen.
De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van eiseres als plichtsverzuim konden worden aangemerkt, omdat zij de veiligheid van de penitentiaire inrichting in gevaar had gebracht. Eiseres voerde aan dat de opgelegde straf niet evenredig was aan het plichtsverzuim, maar de rechtbank oordeelde dat de straf passend was, gezien de ernst van de situatie en de eerdere incidenten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het omgaan met gevoelige informatie binnen de publieke sector.