ECLI:NL:RBNHO:2022:1582
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen kinderrechter niet-ontvankelijk verklaard wegens beëindiging behandeling
In deze zaak heeft de verzoeker op 7 februari 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen de kinderrechter mr. A.L. Diender, die op 4 februari 2022 een eindbeschikking heeft gewezen in de hoofdzaak met zaaknummer C/15/324493/ JU RK 22-114. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft op 24 februari 2022 beslist dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is. Dit besluit is genomen omdat het verzoek is ingediend nadat de kinderrechter de behandeling van de zaak al had beëindigd. De wrakingskamer heeft overwogen dat op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een verzoek tot wraking alleen kan worden ingediend zolang de rechter de zaak nog behandelt. Aangezien de kinderrechter al een einduitspraak had gedaan, kon de wrakingskamer niet inhoudelijk op het verzoek ingaan. De verzoeker had de kinderrechter beschuldigd van partijdigheid en ongeïnteresseerdheid tijdens de behandeling van de hoofdzaak, maar deze beschuldigingen konden niet meer in behandeling worden genomen. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de verzoeker en de kinderrechter toe te zenden.