Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Na het indienen van beroep bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, heeft de betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 december 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft de argumenten van de gemachtigde van de betrokkene, die stelde dat er een plattegrond ontbrak in het dossier, niet gegrond bevonden. De rechter verwees naar eerdere uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om te onderbouwen dat het ontbreken van de plattegrond geen strijd met het Beleidskader opleverde. De kantonrechter concludeerde dat er geen schending was van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de gedraging niet opzettelijk was, wat voor het opleggen van de boete niet vereist is. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.