Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 3 augustus 2022;
- de akte overlegging productie van ING;
- de mondelinge behandeling van 6 december 2022, de aantekeningen die de griffier daarvan heeft gemaakt en de zittingsnotitie van mr. Vermeer.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
u") finale kwijting wordt verleend. De tussen VFF (namens ING) en [A.] overeengekomen regeling is dus uitgevoerd; van "nadere onderhandelingen" tussen 20 mei 2014 en 2 juli 2014 en een "gewijzigd standpunt" is geen sprake geweest. Uit de brief van 2 juli 2014 kan [gedaagde] dan ook in redelijkheid niet hebben afgeleid dat ING (ook) hem finale kwijting heeft verleend. De (enkele) omstandigheid dat de naam van de vof genoemd staat in de brief, maakt dit niet anders.
6.De beslissing
14 december 2022.