Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de aanvullende productie 16 van Source
- [A.] namens Source, bijgestaan door mr. W.M. Limberger,
- [gedaagde/eiser], bijgestaan door mr. Van Beugen, voornoemd.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
Volgens Source is vervolgens de cessie van de vordering aan [gedaagde/eiser] niet aan haar medegedeeld, zodat die cessie ook daarom niet geldig is.
5.De beoordeling
in conventie
€ 132.636,00 in hoofdsom laten kopen voor een bedrag van € 75.000,-
heeft bovendien een verkoopovereenkomst overgelegd van een Land Rover-dealer waar ECTC volgens [gedaagde/eiser] de twintig Range Rovers heeft besteld. Daarbij heeft hij onder meer de gegevens van de dealer en de prijzen weggelakt, omdat – zoals hij op de zitting heeft toegelicht – het om bedrijfsvertrouwelijke gegevens gaat en dealers niet graag in verband willen worden gebracht met parallel import. Dat [gedaagde/eiser] die verkoopovereenkomst heeft vervalst, zoals Source stelt, heeft zij niet aannemelijk gemaakt. Uit het feit dat op de overgelegde verkoopovereenkomst gegevens zijn weggelakt, volgt nog niet dat het document is vervalst. [gedaagde/eiser] heeft daarvoor bovendien aan aannemelijke verklaring gegeven. Dat het document is vervalst, volgt ook niet uit de stelling van Source dat een verkoopovereenkomst van een Land Rover dealer er volgens haar anders uitziet en meer (per auto minstens zes) pagina’s beslaat. Source heeft immers niet onderbouwd gesteld dat een verkoopovereenkomst van een Land Rover dealer altijd dezelfde opmaak heeft en dat een andere opmaak is uitgesloten. Uit de door haar overgelegde e-mailberichten van Jaguar Land Rover BeNeLux blijkt - anders dan Source stelt - ook niet dat het om een vervalste verkoopovereenkomst gaat. Jaguar Land Rover BeNeLux heeft kennelijk aan de hand van de overgelegde verkoopovereenkomst niet kunnen vaststellen van welke dealer die overeenkomst afkomstig is, maar dat betekent nog niet dat de overeenkomst vervalst is. Jaguar Land Rover BeNeLux geeft in haar bericht aan Source bovendien aan dat zij geen zicht heeft op alle overeenkomsten die worden afgegeven en dat het document mogelijk wel degelijk onderdeel uitmaakt van een verkoopovereenkomst. De rechtbank gaat aan dit verwijt aan [gedaagde/eiser] dan ook voorbij.
Uit de bankgaranties die Source heeft overgelegd blijkt niet dat die betrekking hebben op de overeenkomst tussen Source en Yosemite van 29 januari 2016. Voor zover een bankgarantie door een andere partij dan Yosemite zou zijn gesteld, volgt daaruit niet dat die partij daarmee de contractspartij van Source is geworden onder de koopovereenkomst van 29 januari 2016.
- griffierecht € 2.277,00
- salaris advocaat
”. Dat Yosemite tegenover Source alleen heeft gevraagd om de aanbetaling terug te betalen en geen aanspraak heeft gemaakt op rente en kosten, en ECTC dat na overdracht van de vordering aan haar ook niet heeft gedaan, betekent niet dat Yosemite en vervolgens ECTC hun aanspraak op rente en kosten hebben prijsgegeven en niet meer zouden kunnen overdragen. Daarnaast blijkt uit de overgelegde stukken dat Yosemite buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt (sommatiebrieven van haar Duitse en Nederlandse advocaat). Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 2.101,36 is verder in overeenstemming met de gebruikelijke en redelijke tarieven.
De door [gedaagde/eiser] gevorderde wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden toegewezen. De rechtbank merkt op dat de rente vanaf 26 januari 2017 (datum eerste aanmaning door dr. H. Meller) tot en met 7 maart 2022 (een bedrag van
€ 64.171,95) en de incassokosten al zijn meegenomen in de door [gedaagde/eiser] gevorderde hoofdsom, zodat deze niet apart zullen worden toegewezen. De wettelijke handelsrente zal daarom nog worden toegewezen vanaf 8 maart 2022 over de hoofdsom van de oorspronkelijke vordering van € 132.636,-.
€ 1.770,00 (2,0 punt x 0,5 x tarief V) aan salaris advocaat.
6.De beslissing
7 december 2022.