Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde 1], handelend onder de naam [naam] , gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente 2] ,
[gedaagde 2]en
[gedaagde 3],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
“soms”aandacht en concentratie nodig is. Dat is bepalend voor de uitleg van het Handboek Functiewaardering van de CAO LEO, zoals volgt uit wat hiervoor onder punt 4.7 en 4.8 is overwogen, en niet hoe een en ander in de branche wordt opgevat, zoals [gedaagden] hebben gesteld.
in welke trede moet [eiser] worden ingedeeld?
“benchmark”, en niet op de feitelijke situatie van [eiser] . Aan deze brief kan de kantonrechter dan ook niet die waarde hechten die [eiser] daaraan toegekend wenst te zien. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] vanaf 2014 in trede 0 van functiegroep D moet worden ingedeeld. Dit komt ook in grote lijnen overeen met de inschatting die [eiser] zelf heeft gemaakt in zijn e-mail van 28 januari 2019 en met het gegeven dat op basis van de stukken en de toelichting op de zitting aannemelijk is dat [eiser] in de periode vóór 2014 een zekere ontwikkeling heeft doorgemaakt in zijn functie.
er is geen sprake van verjaring