ECLI:NL:RBNHO:2021:9331

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 februari 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
8617927 \ WM VERZ 20-665
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens gebruik van een puntstuk als bestuurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene, die als kentekenhouder een boete had ontvangen voor het gebruik van een puntstuk als bestuurder. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat hij tot dezelfde conclusie kwam als de betrokkene en dat de sanctie ten onrechte was opgelegd. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de argumenten van de betrokkene en de officier van justitie afgewogen. De betrokkene ontkende de gedraging en verwees naar eerdere uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter ondersteuning van zijn standpunt. De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep gegrond is, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de proceskosten van de betrokkene vergoed tot een bedrag van € 1.068,00. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige procedure bij het opleggen van administratieve sancties en de mogelijkheid voor betrokkene om in beroep te gaan tegen dergelijke beslissingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8617927 \ WM VERZ 20-665
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 5 februari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
Gemachtigde : N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 februari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder een puntstuk gebruiken.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene ontkent dat de gedraging naar aanleiding waarvan de boete is opgelegd, is verricht.
Betrokkene heeft gesteld dat hij had moeten worden staande gehouden en dat uit de verklaring van de verbalisant niet valt in te zien waarom een redelijke mogelijkheid om staande te houden ontbrak. Betrokkene verwijst daarbij naar recente uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden met kenmerk ECLI:NL:GHARL:2020:7087 en ECLI:NL:GHARL:2020:8163 en stelt dat onderhavige zaak onder dezelfde categorie valt.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting – naar aanleiding van het verweer van betrokkene – op het standpunt gesteld dat hij tot dezelfde conclusie komt en de sanctie derhalve ten onrechte met toepassing van artikel 5 WAHV is opgelegd aan betrokkene als kentekenhouder.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie zal worden vernietigd.
De gemachtigde heeft een kostenveroordeling gevraagd wegens een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, komen de proceskosten voor vergoeding in aanmerking. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zal de kantonrechter de officier van justitie veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 1.068,00. Daarbij is rekening gehouden met vier proceshandelingen (het indienen van een beroepschrift bij de officier van justitie en bij de kantonrechter, de telefonische hoorzitting van de officier van justitie en de zitting bij de kantonrechter), een waarde per punt van € 534,00, en een waardering van het gewicht van de zaak op ‘licht’, met bijbehorende wegingsfactor 0,50.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.068,00 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat het bedrag van € 1.068,00 aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: