ECLI:NL:RBNHO:2021:6971
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de kinderrechter in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft verzoeker, de vader van twee minderjarige kinderen, een verzoek tot wraking ingediend tegen de kinderrechter, mr. J.H. Dubois, die op 22 juli 2021 uitspraak heeft gedaan in een procedure waarin de moeder vervangende toestemming vroeg om met de kinderen naar Frankrijk te reizen. Verzoeker was aanwezig bij de mondelinge behandeling en heeft later op dezelfde dag een klacht ingediend, die door de rechtbank als een wrakingsverzoek is aangemerkt. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat het is ingediend na de uitspraak van de kinderrechter. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een verzoek tot wraking alleen worden ingediend zolang de rechter de zaak nog behandelt. Aangezien de kinderrechter op 22 juli 2021 al een einduitspraak had gedaan, was het wrakingsverzoek niet meer mogelijk. De wrakingskamer heeft daarom besloten het verzoek buiten behandeling te stellen en zal de ingediende klacht door het gerechtsbestuur laten beoordelen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2021.