Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verweerder 1] B.V., gevestigd te Assendelft,
mr. G.F.H. Velthuizenals curator in het faillissement van de besloten vennootschap
[verweerder 2] B.V., gevestigd te Wormerveer
1.Het procesverloop
2.De feiten
“ [verweerder 1] B.V.”.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
“ [verweerder 1] B.V.”als werkgever genoemd. Maar uit een uittreksel van de registers van de Kamer van Koophandel blijkt dat de besloten vennootschap [verweerder 1] pas is opgericht in 2016, te weten na de datum van de schriftelijke arbeidsovereenkomst. [verweerder 1] kan de arbeidsovereenkomst dus niet zijn aangegaan.
“ [verweerder 1] ”heeft gebruikt. Daaruit moet worden afgeleid dat [verweerder 2] de arbeidsovereenkomst is aangegaan. Daarnaast heeft de curator stukken overgelegd waaruit blijkt dat het loonheffingsnummer op de salarisspecificaties van [verzoeker] overeenkomt met het loonheffingsnummer van [verweerder 2]. De brief waarbij het ontslag op staande voet is gegeven, is ook ondertekend namens [verweerder 2].
Vroom en Dreesmann) en van 27 april 2001, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:HR:2001:AB1347 en in JAR 2001/95 (
Wennekes Lederwaren)).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 115).
“veelvuldig privé gebruik”had gemaakt van een bedrijfsbus, dat hij
“de afgelopen twee weken”onbereikbaar was, en dat hij op 15 juli 2020 materieel uit de bedrijfsbus had verduisterd.
Hardeman/Motel E3)). De enkele stelling van de curator dat moet worden getwijfeld aan de ziekte van [verzoeker] is geen reden voor een andere bewijslastverdeling en ook onvoldoende grond om de curator toe te laten tot nadere bewijslevering.
Stichting Mondriaan)). Ook hier geldt dus dat [verweerder 2] – en in dit geval de curator – moet bewijzen dat sprake is geweest van verduistering door [verzoeker] en van een dringende reden voor ontslag op staande voet.