ECLI:NL:RBNHO:2021:6282
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorschot salaris vereffenaar nalatenschap in het kader van artikel 4:206 lid 3 BW
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] inzake de nalatenschap van [erflaatster]. [verzoeker] was benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap en verzocht om een voorschot op het salaris dat hij als vereffenaar recht heeft. Het verzoek betreft de periode van mei 2020 tot april 2021 en is ingediend met een factuur en urenspecificatie van 14,4 uren.
De kantonrechter overweegt dat artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een vereffenaar recht heeft op loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Hoewel de wet deze mogelijkheid niet expliciet biedt, is het volgens vaste jurisprudentie mogelijk om een voorschot toe te kennen, vooral in complexe en tijdrovende zaken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] voldoende verantwoording heeft gegeven over de werkzaamheden en dat de in rekening gebrachte uren redelijk zijn.
De kantonrechter heeft het voorschot op het loon van [verzoeker] vastgesteld op € 4.537,00 inclusief btw, en bepaald dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht. Tevens is bepaald dat [verzoeker] de erfgenamen en de kantonrechter moet informeren zodra hij opnieuw 5 uren aan werkzaamheden heeft verricht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.