ECLI:NL:RBNHO:2021:5586
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorschot op loon van vereffenaar in nalatenschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 28 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van mr. C.H. Hartsuiker, die als vereffenaar is benoemd voor de nalatenschap van een overleden persoon. Hartsuiker heeft op 12 februari 2021 een verzoek ingediend om een voorschot op zijn loon vast te stellen, dat betrekking heeft op de periode van 24 oktober 2019 tot en met 11 februari 2021. De kantonrechter heeft besloten om af te zien van een zitting, gezien de aard van het verzoek.
Hartsuiker is benoemd tot vereffenaar op 24 oktober 2019 en heeft bij zijn verzoek urenspecificaties overgelegd. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht genomen, dat bepaalt dat een vereffenaar recht heeft op loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. De kantonrechter heeft ook verwezen naar eerdere jurisprudentie die het mogelijk maakt om een voorschot toe te kennen, ook al is dit niet expliciet in de wet vermeld.
Na beoordeling van de overgelegde stukken en de toelichting van Hartsuiker, heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er voldoende verantwoording is gegeven en dat het vaststellen van een voorschot geïndiceerd is. Het verzoek is gedaan in overeenstemming met de Recofa-richtlijnen, die ook voor curatoren in faillissementen gelden. De kantonrechter heeft het voorschot op het loon van Hartsuiker vastgesteld op € 13.423,10 inclusief btw, en bepaald dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.