ECLI:NL:RBNHO:2021:5586

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 april 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
9034580 / EJ VERZ 21-32
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorschot op loon van vereffenaar in nalatenschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 28 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van mr. C.H. Hartsuiker, die als vereffenaar is benoemd voor de nalatenschap van een overleden persoon. Hartsuiker heeft op 12 februari 2021 een verzoek ingediend om een voorschot op zijn loon vast te stellen, dat betrekking heeft op de periode van 24 oktober 2019 tot en met 11 februari 2021. De kantonrechter heeft besloten om af te zien van een zitting, gezien de aard van het verzoek.

Hartsuiker is benoemd tot vereffenaar op 24 oktober 2019 en heeft bij zijn verzoek urenspecificaties overgelegd. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht genomen, dat bepaalt dat een vereffenaar recht heeft op loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. De kantonrechter heeft ook verwezen naar eerdere jurisprudentie die het mogelijk maakt om een voorschot toe te kennen, ook al is dit niet expliciet in de wet vermeld.

Na beoordeling van de overgelegde stukken en de toelichting van Hartsuiker, heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er voldoende verantwoording is gegeven en dat het vaststellen van een voorschot geïndiceerd is. Het verzoek is gedaan in overeenstemming met de Recofa-richtlijnen, die ook voor curatoren in faillissementen gelden. De kantonrechter heeft het voorschot op het loon van Hartsuiker vastgesteld op € 13.423,10 inclusief btw, en bepaald dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9034580 / EJ VERZ 21-32
Uitspraakdatum: 28 april 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
MR. C.H. HARTSUIKER
kantoorhoudende te Hoofddorp,
verzoekende partij
verder te noemen: Hartsuiker
inzake
de nalatenschap van [xxx] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , overleden op [overlijdensdatum] , laatstelijk wonende in [woonplaats]

1.Het procesverloop

1.1.
Hartsuiker heeft een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 12 februari 2021. Bij brief van 6 april 2021 heeft Hartsuiker een nadere toelichting gegeven op zijn verzoek. Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling op een zitting.

2.De feiten

2.1.
Hartsuiker is bij beschikking van 24 oktober 2019 van deze rechtbank benoemd tot vereffenaar van de bovengenoemde nalatenschap.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek van Hartsuiker strekt ertoe dat de kantonrechter een voorschot op het loon, waarop Hartsuiker als de vereffenaar recht heeft, vaststelt. Het verzochte heeft betrekking op de periode van 24 oktober 2019 tot en met 11 februari 2021. Bij zijn verzoek heeft Hartsuiker overzichten met urenspecificaties overgelegd.
3.2.
Artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een vereffenaar die door de rechter is benoemd recht heeft op loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. De wettelijke regeling gaat ervan uit dat het loon van de vereffenaar pas wordt betaald na het verbindend worden van de uitdelingslijst.
3.3.
Volgens vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
25 augustus 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7022) is het mogelijk een voorschot toe te kennen, ook al biedt de wet die mogelijkheid niet uitdrukkelijk. Betaling van voorschotten op loon bij de vereffening van een nalatenschap die bewerkelijk en complex is, veel tijd vraagt en lang duurt, kan nodig zijn, als zonder betaling van dergelijke voorschotten benoeming van enig vereffenaar en daarmee een goede vereffening niet mogelijk is. Het verzoek om een voorschot moet wel concreet zijn en aan een aantal vereisten voldoen zoals een specificatie van de werkzaamheden van de vereffenaar en een verslag dat inzicht biedt in de werkzaamheden (zie bijvoorbeeld rechtbank Gelderland 26 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:7160).
3.4.
De kantonrechter overweegt dat Hartsuiker voldoende verantwoording heeft gegeven met de overgelegde stukken en de toelichting daarop. Gelet op de inhoud van de door Hartsuiker ingediende boedelbeschrijving en rekening en verantwoording, blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat er in casu sprake is van een zodanige situatie, dat het vaststellen van een voorschot geïndiceerd is.
3.5.
Gelet op de toelichting op artikel 4:206 lid 3 BW wordt voor het vaststellen van het op de vereffenaar en zijn medewerkers van toepassing zijnde uurtarief aansluiting gezocht bij de regeling voor curatoren in een faillissement, de zogenaamde Recofa-richtlijnen. Nu het verzoek gedaan is met inachtneming van voornoemde Recofa-richtlijnen en niet gebleken is van andere feiten of omstandigheden die zich tegen inwilliging van het verzoek verzetten, zal de kantonrechter het voorschot op het loon van de vereffenaar vaststellen op een bedrag van € 13.423,10 inclusief btw.
3.6.
De kantonrechter zal daarbij bepalen dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
stelt het voorschot op het loon van Hartsuiker over de periode 24 oktober 2019 tot en met 11 februari 2021 vast op € 13.423,10 inclusief btw,
4.2.
bepaalt dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht,
4.3.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter