ECLI:NL:RBNHO:2021:5435
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft eiseres, [X], beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van Cocensus, met betrekking tot vijf verschillende WOZ-objecten. Het beroep is ingediend op 12 oktober 2020, maar eiseres heeft het verschuldigde griffierecht van €354,- niet tijdig betaald. De rechtbank heeft eiseres herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar zij heeft slechts €3,54 betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldoet, omdat zij geen bewijsstukken heeft overgelegd die haar financiële situatie onderbouwen. De rechtbank heeft daarom het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep gesplitst in vijf afzonderlijke beroepschriften, omdat de beslissingen over de WOZ-objecten niet voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. Eiseres heeft in haar correspondentie herhaaldelijk gewezen op betalingsonmacht, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de griffierechtnota's correct zijn verzonden en dat eiseres niet tijdig het volledige griffierecht heeft betaald. Aangezien er geen verontschuldiging is voor het verzuim om het griffierecht tijdig te voldoen, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het bedrag van €3,54 dat is betaald, zal worden teruggestort. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Ferrier, rechter, en is openbaar uitgesproken op 9 juli 2021. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.