ECLI:NL:RBNHO:2021:4751
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk na mondelinge uitspraak door de kinderrechter
Op 8 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, in de wrakingskamer, uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de kinderrechter mr. T. M. van Wassenaar-Westgeest. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de vader van een minderjarig kind, in het kader van een procedure over de verlenging van de ondertoezichtstelling van het kind. De hoofdzaak was aanhangig bij de rechtbank en op 25 maart 2021 vond een mondelinge behandeling plaats, waarbij de kinderrechter onmiddellijk uitspraak deed. De vader diende op 26 maart 2021 een schriftelijk wrakingsverzoek in, maar de wrakingskamer oordeelde dat dit verzoek niet-ontvankelijk was. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een verzoek tot wraking alleen worden ingediend zolang de rechter de zaak nog behandelt. Aangezien de kinderrechter al een einduitspraak had gedaan, was het wrakingsverzoek te laat ingediend. De wrakingskamer kon daarom niet inhoudelijk op het verzoek ingaan en verklaarde het verzoek tot wraking buiten behandeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.