1.5.Vervolgens heeft verweerder besloten zoals onder het procesverloop is weergegeven.
2. De vraag die voorligt, is of verweerder eiseres terecht eervol ontslag heeft verleend primair wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de vervulling van haar betrekking dan wel subsidiair wegens een impasse of verstoorde arbeidsverhouding (‘andere gronden’). Daarnaast heeft eiseres procedurele gronden aangevoerd. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
3. De voorlopige plaatsing in 2012 en de aanstelling in algemene dienst per 1 januari 2013 staan vast, nu eiseres tegen deze besluiten niet is opgekomen. De beroepsgronden van eiseres die daarop betrekking hebben, blijven daarom onbesproken.
4. Eiseres heeft aangevoerd dat feitelijk geen sprake is geweest van een hoorzitting. De ruimte was ongeschikt, de hoorder had het dossier niet gelezen en verweerder was niet vertegenwoordigd.
5. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat het horen is geschied door [naam 4] , zoals in de uitnodiging stond. Als gevolg van een verbouwing vond het horen plaats in een tijdelijke locatie.
6. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Er bestaat geen wettelijke plicht om het horen in het kader van een bezwaarschriftprocedure als hier aan de orde te doen plaatsvinden door een commissie. Evenmin is verweerder verplicht zich te laten vertegenwoordigen. Dat eiseres de omstandigheden waaronder het horen plaatsvond als onprettig heeft ervaren betekent niet dat er geen sprake is geweest van een hoorzitting. Eiseres is de mogelijkheid geboden haar bezwaar toe te lichten. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Primaire ontslaggrond: functioneren en verbetertraject
7. Eiseres heeft vervolgens aangevoerd dat – heel kort samengevat – verweerder niet heeft onderbouwd dat eiseres niet voldoende functioneerde en niet heeft willen meewerken aan een verbetertraject. Eiseres heeft daarbij onder meer aangevoerd dat de directie heeft gedraald met het formaliseren van de opdracht aan haar en er geen gesprekken zijn geweest over haar doelstellingen en functioneren.
8. Verweerder heeft erop gewezen dat de werkafsprakenformulieren door eiseres zelf zijn ingevuld. Uit het formulier over 2013 blijkt dat over de doelstellingen en het functioneren is gesproken, getuige de ondertekening door eiseres en de leidinggevende [naam 2] . Het functioneren van eiseres werd als matig beoordeeld, hetgeen door eiseres is bevestigd. Verweerder heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat ook een beoordeling is opgesteld over 2014 en dat eiseres de ruimte heeft gekregen haar functioneren te verbeteren, maar dat zij die ruimte niet heeft benut. Verweerder heeft ter onderbouwing van zijn standpunt op 2 december 2020 aanvullende stukken in het geding gebracht, waaronder een reactie van [naam 3] op de (bezwaar)gronden van eiseres.