Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
H.O.D.N. WOON-/ZORGBOERDERIJ [naam 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 september 2020 met producties 1-16;
- de conclusie van antwoord met producties 1-9;
- het tussenvonnis van 11 november 2020;
- het bericht van de curator van 22 januari 2021 met producties 17-22;
- het bericht van [gedaagden] van 26 januari 2021 met een productie;
- de mondelinge behandeling op 29 januari 2021, waar mrs. M. van de Glind en E.S. Kleine namens de curator en de heer [gedaagde 1] , vergezeld van mr. Schram, zijn verschenen. De advocaten en de heer [gedaagde 1] hebben hun standpunten naar voren gebracht. Mr. Kleine heeft het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen die zij ter zitting aan de rechtbank heeft overgelegd en daarmee onderdeel zijn van de processtukken. De griffier heeft zittingsaantekeningen gemaakt.
2.De feiten
2.3. [naam 1] heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid H.O.D.N. Woon-/zorgboerderij [naam 2] (hierna: [naam 2] ) opgericht.
Hij is de enige bestuurder en aandeelhouder van [naam 2] .
2.4. [gedaagden] heeft op 27 augustus 2015 een huurovereenkomst met [naam 2] gesloten met als ingangsdatum 1 september 2015 en een huurtermijn van twintig jaar. De huurprijs bedroeg € 10.750,00 per maand (voor de maanden september tot en met december 2015 € 4.300,00 per maand).
In artikel 6.11.2.8. van de algemene bepalingen is bepaald dat de huurder afstand doet van rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met de door of namens huurder aangebrachte veranderingen of toevoegingen die bij het einde van de huur niet ongedaan zijn gemaakt, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
“(…) keuzes zijn er wel gemaakt, echter zonder bijhorend inzicht (zonder overzicht is er geen inzicht). Die keuzes hebben dan ook negatief effect (financieel, facilitair, zorginhoudelijk, clientveiligheid en personeel) gekend, die merkbaar en voelbaar zijn in het hele bedrijf. Opmerkelijk is dat vanuit elk interview een bepaalde mate van teleurstelling en verlies aan vertrouwen terugkomt. Zeer ernstig is het feit, dat sommige keuzes als hardnekkig (structureel repeterend) beschouwd mogen worden, deze hebben geleid tot een zeer hoge mate van dreiging op het gebied van clientveiligheid en medewerkersveiligheid. Wij kunnen op die gebieden niet anders concluderen dat er gesproken mag worden van nalatigheid van Dhr. [naam 1] , of dit bewuste keuzes zijn is niet vast te stellen, dat is ook niet het uitgangspunt van dit onderzoek. Vanuit het intervieuw met Dhr. [naam 1] is in ieder geval vast te stellen, dat er geen enkele kwade intentie valt te bespeuren. Hij stelt zich open en meewerkend op. Met die reden concluderen wij op basis van dat wat waargenomen en zorgvuldig geïnterpreteerd is een hoge mate van gebrek aan inzicht, ervaring en kennis als bestuurder, leidinggevende en gehouden tegen het licht van goed werkgeverschap mag er sprake zijn van een bepaalde mate van onvermogen. Dhr. [naam 1] accelereert op het gebied van ‘overstijgend dromen’ het geloof in het concept van [naam 2] is bijzonder sterk te noemen en hij weet dit ook te presenteren. Een visionair, die zich stevig heeft vergaloppeert in de realiteit van ‘het hier en nu met alle gevolgen van dien: Een broze bedrijfsorganisatie, fragiele financiële gezondheid en duurzaam ontwrichte relaties. Zorginhoudelijk qua kwaliteit is de boerderij zeker nog in de running, hierin heeft Dhr. [naam 1] uitstekende personeelskeuzes gemaakt. (…)”
2.13. Op 30 december 2016 heeft [naam 1] een overeenkomst ondertekend met de volgende inhoud, voor zover hier van belang:
“Aanleiding/speerpunten:* Uitkomst interne rapportage woonzorgboerderij te [plaats]
* Financiële huidige situatie, welke ernstig negatief is en negatieve invloed kent op de prognose
* Motie van wantrouwen vanuit alle medewerkers aan Algemeen directeur, Dhr. [naam 1]
* Het veilig moeten stellen van de financiële situatie
* Het veilig moeten stellen van de woonsituatie van de huidige huurders
* Het veilig moeten stellen van de werkomstandigheden van het personeel
* Het veilig moeten stellen van de visie, missie en strategie van [naam 2] .
Dhr [naam 1] onderschrijft deze situatie en in overleg is de volgende overeenkomst tot stand gekomen 23 december 2016.
* Dhr. [naam 1] ziet graag dat Mevr. [naam 5] per heden, de functie van vervangend directeur zorgoperatie invult (…)
* Dhr. [naam 1] heeft geen invloed op het dagelijks bestuur, besluitvorming of operationele zaken.
* Dhr. [naam 1] maakt aanspraak op zijn informatie recht (…)
* Mw [naam 5] is op geen enkele wijze verantwoordelijk te houden of te stellen voor de financiële resultaten. Dhr. [naam 1] blijft eigenaar van [naam 2] en volledig aansprakelijk.
(…)
* (…) Dhr. [naam 1] behoudt een passende vergoeding tot hij ander werk heeft gevonden om in zijn onderhoud te kunnen voorzien. (…)”
2.14. Vanaf februari 2017 heeft [naam 1] niet meer op e-mails van [gedaagden] gereageerd.
“Gelijk aan mijn antwoord op eerdere verzoeken van jou mbt de huur ga ik je teleurstellen. Ik betaal volgens afspraak met [voornaam] de noodzakelijke kosten (salaris, loonverwante kosten, gwl, eten voor de mensen en dan de meest noodzakelijke rekeningen, die al langer openstaan). er blijft gewoon niet voldoende over om de huur te betalen. (…)”
2.17. [gedaagden] heeft de ontruiming aangezegd. [naam 2] heeft spoedappel ingesteld tegen het vonnis van 4 april 2017.
3.Het geschil
I. voor recht verklaart dat [gedaagden] ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van [naam 2] , althans ten koste van de gezamenlijke crediteuren van [naam 2] ;
4.De beoordeling4.1. Kern van het geschil is of de curator recht heeft op een vergoeding van [gedaagden] wegens ongerechtvaardigde verrijking voor de door [naam 2] in de stolpboerderij aangebrachte veranderingen of toevoegingen.
Juridisch kader
- er is een huurovereenkomst aangegaan zonder de mogelijkheid tot koop van de stolpboerderij, hoewel koop de intentie van [naam 2] was en de mogelijkheid van koop tussen partijen is besproken;
- de huurovereenkomst is voor 20 jaar aangegaan, terwijl die lange termijn niet de bedoeling van [naam 2] was;
- in de huurovereenkomst is opgenomen dat [naam 2] de administratie door S.I.D. B.V. moet laten verzorgen en dat [naam 4] als toezichthouder optreedt;
- [gedaagden] en [naam 3] hebben onderhandse leningen aan [naam 2] verstrekt;
- [naam 2] hoefde enkele maanden geen huurpenningen te betalen; een deel van de niet betaalde huurpenningen is omgezet in een achtergestelde lening.
4.982,00(2,0 punten × tarief € 2.491,00)