ECLI:NL:HR:2005:AR7928
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake ontruiming en ongerechtvaardigde verrijking tussen familieleden
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], verweerster, eveneens wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de rechtbank te Arnhem met het verzoek haar te veroordelen tot ontruiming van een pand aan de [a-straat 2] te [plaats]. De rechtbank heeft op 12 maart 2003 in conventie de vordering van eiser toegewezen en verweerster veroordeeld tot ontruiming van het pand. Verweerster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 4 november 2003 het vonnis van de rechtbank in conventie heeft bekrachtigd, maar in reconventie de vordering van verweerster heeft toegewezen. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 september 2005 geoordeeld dat de vordering van verweerster in reconventie, die was gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking, niet correct was beoordeeld door het hof. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de investeringen die verweerster in de woning heeft gedaan, niet als tegenprestatie voor het gebruiksrecht kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de familieband tussen eiser en verweerster, van belang zijn bij de beoordeling van de ongerechtvaardigde verrijking. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan verweerster opgelegd, tot op deze uitspraak begroot op € 452,96 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.