Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
Art. 1.15 – Salaris
Art. 10.3 – Vakantie-uitkering[…]
(2) Werknemers in actieve dienst met standplaats Nederland, ontvangen een vakantie uitkering van 8% over het in de periode 1 juni van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 mei van het lopende kalenderjaar ontvangen salaris of ziekengeld/uitkering volgens Bijlage 7.
Voor de berekening van de vakantie-uitkering wordt onder salaris mede begrepen de gegarandeerde vaste toeslagen.
Art. 10.14 – Jubileum-uitkering[…]
Onder het gegarandeerde vaste inkomen wordt verstaan het salaris (incl. gegarandeerde vaste inkomen wordt verstaan het salaris (incl. gegarandeerde vaste toeslagen), de vakantie- en eindejaarsuitkering (en de eventuele vaste ploegen- of overbruggingstoeslag).
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
gegarandeerdevaste toeslag. Zij verwijst daarvoor naar artikel 10.14 van de cao waarin de gegarandeerde vaste toeslagen en de (eventuele) vaste ploegentoeslag apart worden genoemd. [werknemer] vindt daarentegen dat er geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen beide looncomponenten in de cao. Volgens hem had het op de weg van KLM gelegen beide begrippen (gegarandeerde vaste toeslag en vaste toeslag) in de cao te definiëren. [werknemer] vindt dat, omdat KLM dat heeft nagelaten en de afwijking van de wettelijke regeling daarmee onvoldoende uit de cao blijkt, de wettelijke regeling van toepassing moet zijn.