Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
verweerster in het incident tot tussenkomst/voeging,
GEMEENTE LANDSMEER,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 16 van de zijde van Kleine Maatjes,
- het emailbericht van 10 november 2021 met producties 17 tot en met 20 van de zijde van Kleine Maatjes,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst/voeging met producties 1 tot en met 5 van de zijde van Zigzagzorg,
- de brief van 10 november 2021 met een nadere toelichting van de zijde van Zigzagzorg,
- het e-mailbericht van 10 november 2021 met producties 1 tot en met 5 van de zijde van de gemeente,
- het e-mailbericht van 11 november 2021 met een scan van de betekende dagvaardingen aan de overige gemeenten van de zijde van Kleine Maatjes,
- de mondelinge behandeling van 12 november 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden, die zich in het dossier bevinden,
- het tijdens de behandeling tegen de niet verschenen gedaagden verleende verstek,
- de pleitnota van Kleine Maatjes,
- de pleitnota van de gemeente,
- de pleitnota van Zigzagzorg.
- 1.2. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen:
- [betrokkene 1] (directeur) en [betrokkene 2], namens Kleine Maatjes, bijgestaan door mr. Van den Burg en mr. Van Leeuwen voornoemd,
- [betrokkene 3] (contractmanager), [betrokkene 4] (begeleidende inkoper), [betrokkene 5] (inhoudsdeskundige), [betrokkene 6] (aanbestedingsjurist), namens de gemeente Zaanstad, bijgestaan door mr. Langhout voornoemd,
- [betrokkene 7] (directeur), [betrokkene 8], [betrokkene 9] (adviseur), namens Zigzagzorg, bijgestaan door mr. Van den Assem voornoemd,
- [betrokkene 10] (manager Samenleving), namens de gemeente Waterland,
- [betrokkene 11], namens de gemeenten Wormerland en Oostzaan.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
Bezwaar
4.Het geschil
Vamed)geldt dat een inschrijver wiens inschrijving definitief ongeldig is verklaard niet meer in de positie verkeert om een gunningsvoornemen in rechte ter discussie te stellen.
5.De beoordeling
niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betekenen dagvaarding
betekendniet tot een geslaagd beroep op termijnoverschrijding leiden. Die betekening heeft immers in relatie tot de strekking van de vervalregeling – het bieden van een stimulans dat de aanbesteding door de noodzaak om daartegen rechtsbescherming te bieden niet langer wordt opgehouden dan nodig is – in het geval waarin het kort geding al aanhangig is geen functie meer. De datum waarop het kort geding wordt behandeld hangt af van het moment waarop dagbepaling wordt gevraagd en van de agenda van de rechtbank en betrokkenen en de omstandigheid dat formeel is gedagvaard biedt evenmin als de mededeling van de dagbepaling zekerheid dat het kort geding doorgaat. Het verweer slaagt aldus niet.
niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang
Vamed. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft daarin volgens Zigzagzorg bepaald dat artikel 1 lid 3 van de Rechtsbeschermingsrichtlijn zich er niet tegen verzet dat een inschrijver die bij een definitief geworden besluit van de aanbestedende dienst is uitgesloten van een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht, het recht wordt ontzegd om beroep in te stellen tegen het besluit tot gunning van de betrokken overheidsopdracht en tegen de sluiting van de overeenkomst wanneer alleen de uitgesloten inschrijver en de opdrachtnemer een offerte hebben ingediend en de uitgesloten inschrijver stelt dat ook de offerte van de opdrachtnemer had moeten worden uitgesloten.
- Voor zover in het gedrag van de gemeente al enig ‘favoritisme’ is te ontwaren, is de enige aanwijsbare favoriet Kleine Maatjes zelf. Aannemelijk is dat het de gemeente slecht uitkwam dat zij gehouden was om Kleine Maatjes tengevolge van de door deze gemaakte administratieve fout uit te sluiten. Verder valt op dat Kleine Maatjes zelf actief betrokken was bij het onderzoek naar mogelijke scenario’s die tot gevolg konden hebben dat zij een deel van de betrokken zorg kon blijven leveren. Kleine Maatjes heeft zelfs suggesties ten aanzien van de contractuele vastlegging (vrijwaring voor schade en kosten) aangedragen indien het zou komen tot een afspraak over het niet handhaven van de 50%-eis.
- De gemeente heeft aangevoeld dat zij risico’s liep door het aangereikte pad verder op te gaan en heeft laten weten dat dit voor haar geen begaanbare weg was. Zij is aldus vrijwillig teruggetreden voordat er sprake was van een uitvoeringshandeling.