6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, en door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 17 mei 2021 opzettelijk en met voorbedachten rade geprobeerd het slachtoffer van het leven te beroven door met een machete achtmaal stekende, slaande en hakkende bewegingen te maken in de richting van het hoofd, lichaam en been, waarbij het slachtoffer is geraakt aan zijn hand en been. Door het handelen van verdachte is de linkerduim van het slachtoffer bijna afgesneden en was een operatie nodig om dit te herstellen. Ook is een deel van de wijsvinger van het slachtoffer af gesneden. De hand van het slachtoffer is op meerdere plekken gehecht en omdat hij nog steeds pijn en beperkingen heeft is mogelijk in de toekomst weer een operatie nodig aan zijn linkerhand.
Het is daarbij een feit van algemene bekendheid dat een gebeurtenis zoals deze voor het slachtoffer vaak ook vergaande en langdurige nadelige psychische gevolgen heeft. Uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring en de gegeven toelichting op de vordering door zijn raadsvrouw mr. Korfker blijkt dat daar bij hem ook sprake van is. Het slachtoffer is angstig geweest, mist een deel van zijn wijsvinger en heeft een groot ontsierend litteken aan zijn linkerhand. Hij wordt dagelijks met deze gevolgen geconfronteerd, zo ook in sociale situaties. Verdachte heeft met zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer.
Door zijn handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een zeer ernstig feit, dat heel anders had kunnen aflopen voor het slachtoffer. Verder veroorzaakt het feit, zeker nu dit op klaarlichte dag op de parkeerplaats van een schoolplein heeft plaatsgevonden, ook in de samenleving in het algemeen gevoelens van onrust en onveiligheid. Daarbij zijn meerdere jongeren, waaronder bekenden van het slachtoffer, van heel dichtbij getuige geweest van dit schokkende incident en hebben zij het gewonde slachtoffer opgevangen na het voorval. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de volgende stukken:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 15 juli 2021, waaruit blijkt dat de verdachte een first offender is.
- over verdachte uitgebrachte Pro Justitia rapportage van [GZ-psycholoog] , GZ-psycholoog, van 6 augustus 2021;
In de Pro Justitia rapportage komt onder meer naar voren dat geen sprake is van een stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, zodat het feit hem volledig kan worden toegerekend. Omdat verdachte first offender is en geen stoornis heeft, kan er geen betrouwbare inschatting gemaakt kan worden van de kans op recidive op basis van risicotaxatie instrumenten. Risicofactoren die bij verdachte voor toekomstig gewelddadig gedrag aangewezen kunnen worden zijn een deviante vriendengroep, verdachte’s neiging om niet om steun te vragen in een dreigende situatie en zijn sociale wenselijke opstelling, waardoor er mogelijk onvoldoende zicht is op eventuele problemen en conflicten met zijn omgeving. Er is een redelijk groot aantal beschermende factoren bij verdachte. Gezien zijn positieve opvoedomgeving en de beschermende factoren wordt de kans op recidive
laagtot
matiggeacht.
Ter bevordering van de ontwikkeling van verdachte wordt geadviseerd om een leerstraf in te zetten gericht op het vergroten van zijn coping vaardigheden (steun vragen aan anderen, zich kwetsbaar durven opstellen). Ook kan overwogen worden om verdachte te ondersteunen bij het opbouwen van een gestructureerde, sociale vrijetijdsbesteding. Toezicht door de jeugdreclassering lijkt essentieel om zicht te kunnen houden op schoolgang, vrijetijdsbesteding en vriendenkeuze.
Bovenstaande interventie kan worden ingezet in het kader van een leerstraf bij een jeugdreclasseringsmaatregel.
De rechtbank neemt het advies ten aanzien van de toerekenbaarheid over en maakt die tot de hare.
- de over verdachte uitgebrachte rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming van 26 oktober 2021, uitgebracht door [naam] .
De Raad adviseert om verdachte bij een veroordeling een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen (onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest), onder de algemene voorwaarden en onder de bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich houdt aan de aanwijzingen van de Jeugdreclassering, te weten de Jeugd- en Gezinsbescherming te Haarlem (hierna ook: de J&G), ook indien deze aanwijzingen inhouden dat hij zich onder begeleiding van een bepaalde organisatie zal stellen, zoals de Hoofdtrainer (jongerencoaching) of een soortgelijke organisatie;
- huisarrest heeft zolang de J&G dit noodzakelijk acht. Verdachte is alleen met geldige redenen buiten, zoals school en afspraken in het kader van zijn reclassering. In overleg met de J&G kunnen er afspraken gemaakt worden over aanvullende geldige redenen, zoals een bijbaan, sport en familiebezoek;
- zich houdt aan het gebiedsverbod zoals in het raadsrapport is opgenomen;
- zich houdt aan een contactverbod met de aangever;
- zich ter controle van het gebiedsverbod en huisarrest onder elektronische controle stelt van de J&G.
De Raad adviseert om verdachte drie maanden onder elektronische toezicht te stellen. Na deze drie maanden kan eventueel een avondklok worden ingevoerd, indien en zolang de J&G dat nodig acht.
Ter terechtzitting heeft [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voornoemd advies gehandhaafd en toegelicht dat ook een werkstraf is overwogen, maar dat verdachte al een flink aantal voorwaarden heeft waaraan hij moet voldoen en dat investeren in een veilige terugkeer in de samenleving belangrijker is. Daarnaast heeft zij de bijzondere voorwaarde ‘meewerken aan een passende dagbesteding’ toegevoegd aan het advies. De leerstraf Tools4U regulier kan verdachte de handvatten en alternatieve oplossingsstrategieën bieden die hij nodig heeft.
Tot slot is geadviseerd de op te leggen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
[vertegenwoordiger van de GI] heeft ter zitting -namens de J&G- aangegeven, dat afgelopen donderdag een MDO heeft plaatsgevonden over de aanmelding op een school voor verdachte. Naar verwachting zal hij kunnen starten op het [college] in [plaats] . Verdachte is open en actief geweest in het kennismakingsgesprek met de jeugdreclasseerder. Zij staat achter het advies van de Raad met betrekking tot de strafoplegging.
Met betrekking tot de strafoplegging overweegt de rechtbank verder nog het volgende.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit is de rechtbank van oordeel dat een aanzienlijke straf op zijn plaats is. De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf gekeken naar de straffen die in min of meer vergelijkbare zaken worden opgelegd. Gelet op alle omstandigheden is in beginsel een jeugddetentie van geruime duur passend en geboden. De rechtbank ziet aanleiding om 330 dagen jeugddetentie op te leggen met aftrek van het voorarrest, waarvan 140 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, onder algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden zoals de Raad heeft geadviseerd en aangevuld ter zitting.
Bij het bepalen van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank in het bijzonder de jeugdige leeftijd van verdachte (14 jaar tijdens het feit) in aanmerking genomen dat hij first offender is en de duur van de voorlopige hechtenis. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte zich aan veel en strenge bijzondere voorwaarden dient te houden, waaronder het meewerken aan begeleiding, dagbesteding, een gebiedsverbod, een contactverbod en huisarrest voor de duur van zes maanden, alsmede Elektronische Toezicht voor de duur van drie maanden. Tot slot acht de rechtbank verplicht contact met de jeugdreclassering noodzakelijk. De bijzondere voorwaarden zullen blijven gelden zolang de J&G dat in overleg met de officier van justitie noodzakelijk acht.
De rechtbank ziet geen aanleiding om naast de bijzondere voorwaarde huisarrest tevens een avondklok op te leggen, nu oplegging van huisarrest strikter en veelomvattender is.
Omdat de rechtbank het van belang vindt dat verdachte meer handvatten en oplossingsstrategieën krijgt aangeboden, is ook een leerstraf, Tools4U regulier, voor de duur van 20 uren, op zijn plaats.
Vrijheidsbeperkende maatregelen
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat als maatregel dient te worden opgelegd dat verdachte voor de duur van twee jaren zich niet zal ophouden in het gebied in Hoofddorp zoals aangeduid in de bijlage bij dit vonnis. Daarnaast zal als maatregel een contactverbod met het slachtoffer [benadeelde partij] worden opgelegd voor de duur van twee jaar.
De rechtbank ziet met de officier van justitie aanleiding tot oplegging van dit gebiedsverbod als aparte maatregel. De rechtbank heeft hierbij laten meewegen dat het een zeer ernstig delict betreft en dat het slachtoffer en zijn familie nadrukkelijk hebben aangegeven hier prijs op te stellen. Ook acht de rechtbank in dit kader van belang dat uit de over verdachte opgemaakte rapportages blijkt dat het verhaal rondom het delict en de redenen van handelen van verdachte nog steeds niet helemaal helder zijn en dat de houding van verdachte en dus het herhalingsgevaar moeilijk in te schatten blijft. Daar komt bij dat bij een overtreding van het contact- of gebiedsverbod niet direct de tenuitvoerlegging aan de orde hoeft te zijn, maar dat dit eerst via een aparte procedure wordt beoordeeld.
De rechtbank ziet aanleiding om te bepalen dat tegenover iedere overtreding van het contact- en gebiedsverbod, drie dagen jeugddetentie zal staan met een maximum van drie maanden, wat als passender wordt beoordeeld dan de gevorderde veertien dagen. Toepassing van de vervangende jeugddetentie heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op. Ook deze aparte maatregelen worden dadelijk uitvoerbaar verklaard.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden en toezicht
Gelet op de omstandigheid dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten een poging tot moord, en gelet op het feit dat er zorgen bestaan omtrent verdachte, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna te stellen voorwaarden (alsook ten aanzien van het apart op te leggen gebiedsverbod en contactverbod) het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.