5.3Beschrijving zekerheden: (…) Daarnaast heeft één van de crediteuren een privéborgstelling gesteld van € 150.000,-
(…)”
12. In een brief van datum 9 mei 2014 van de Curator aan eiser is (voor zover relevant) het volgende vermeld:
“(…)
Het is juist dat het faillissement van de heer [naam 3] is omgezet in een schuldsanering voor natuurlijke personen.
Bijgaand treft u een kopie aan van mijn e-mail van 5 april 2012, naar de inhoud waarvan ik u kortheidshalve moge verwijzen.
U heeft nog steeds niet de hoogte van de vordering die u in het faillissement wenst in te dienen aangegeven. U staat dan ook nog niet genoteerd als concurrente crediteur.
Indien u op grond van de borgstelling aan de Belastingdienst heeft betaald, weet u ook op welke (ambtshalve?) aanslagen u heeft betaald. Aan de hand van die opgave kan worden bekeken welke van de door u betaalde aanslagen zijn gecorrigeerd, verlaagd of verrekend.
Ik zie de opgave van uw vordering met onderliggende stukken graag tegemoet.
(…)”
13. In een e-mailbericht (met verzenddatum 14 april 2016, 12:03 uur) van de Curator aan eiser is het volgende vermeld:
“(…)
Ik noteer uw vordering als volgt;
Betaling aan belastingdienst € 150.000,- (31-08-2010)
Betaling aan belastingdienst (borgstelling) € 102.093,-
(…)”
14. In een e-mailbericht (met verzenddatum 14 april 2016, 13:48 uur) van eiser aan de Curator heeft eiser (voor zover relevant) als volgt gereageerd:
“(…)
Buiten de betalingen uit hoofde van de borgstellingen heb ik in de periode 2007/2011 aan [naam 3] in totaal een bedrag van €268.876,67 geleend overeenkomstig de door [naam 3] voor akkoord ondertekende bevestiging van 5 januari 2012. Ik verzoek u dit bedrag eveneens als concurrente vordering op te nemen.
(…)”
15. In de (oorspronkelijke) aangiften ib/pvv van eiser voor de jaren 2010 (ontvangen op 26 augustus 2011) en 2011 (ontvangen op 10 december 2012) is geen melding gemaakt van een commanditaire vennootschap. In de op 25 september 2013 ingediende (herziene) aangifte voor het jaar 2011 is melding gemaakt van ‘CV [café] ’.
16. In de aangiften ib/pvv voor de jaren 2013, 2014 en 2015 is eveneens melding gemaakt van ‘CV [café] ’. In deze aangiften is ‘nee’ geantwoord op de vraag of winst is genoten als medegerechtigde.
17. In de aangifte ib/pvv 2015 bedraagt het verzamelinkomen € 446.989 negatief. Het negatieve verzamelinkomen bestaat onder meer uit een negatieve belastbare winst uit onderneming voor een bedrag van € 485.275. Het totale saldo fiscale winstberekening bedraagt € 565.035 negatief en het saldo fiscale winstberekening van ‘CV [café] ’ bedraagt als gevolg van ‘overige buitengewone lasten’ € 568.876 negatief.
18. Tot het jaar 2013 heeft [naam 3] de onderneming ‘ [het café] ’ in zijn aangiften ib/pvv vermeld. [naam 3] heeft in zijn aangiften ib/pvv nooit melding gemaakt van een samenwerkingsverband.
19. Op 8 februari 2018 zijn door verweerder aan eiser per brief vragen gesteld over de aangifte ib/pvv 2015. De vragen zien op de in aanmerking genomen buitengewone last van € 568.876 in ‘CV [café] ’ en de relatie van eiser met ‘CV [café] ’. Bij uitblijven van een reactie is door verweerder op 8 maart 2018 een rappel gestuurd. Eiser heeft hier niet op gereageerd.
20. Op 27 maart 2018 heeft verweerder aan eiser een brief gestuurd. In deze brief geeft verweerder aan te zullen afwijken van de ingediende aangifte ib/pvv 2015. De afwijking bestaat onder meer uit een correctie winst uit onderneming voor een bedrag van € 568.876.
21. Met dagtekening 14 april 2018 heeft verweerder de aanslag ib/pvv 2015 vastgesteld. Hierin is de correctie winst uit onderneming verwerkt conform het voornemen in de brief van 27 maart 2018.