Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
kantoorhoudende te Alkmaar,
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 juli 2016 met producties 1-23;
- de conclusie van antwoord met producties 1-11;
- de conclusie van repliek met producties 24-36;
- de conclusie van dupliek met productie 12;
- de akte uitlating productie aan de zijde van Blinckers;
- het proces-verbaal van comparitie van 3 september 2019 en de daarin genoemde comparitie-aantekeningen van mrs. Mensink en Winterink.
- de akte uitlating na comparitie tevens houdende akte vermeerdering eis met productie 37;
- de antwoordakte tevens akte uitlating vermeerdering van eis met productie 13.
2.De feiten
De Afdeling heeft verder alsnog het projectbesluit van 6 september 2011 vernietigd, voor zover daarbij jaarrondexploitatie van de strandpaviljoens Zeezicht, Deining en Jaffa is toegestaan.
3.Het geschil
Subsidiair vordert Blinckers een verklaring voor recht dat de gemeente jegens Blinckers schadeplichtig is voor de door Blinckers geleden schade als gevolg van de onrechtmatige besluiten. Daarnaast vordert Blinckers veroordeling van de gemeente tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 5.160,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, en van de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de nakosten.
1) derving operationeel resultaat in de periode van het derde kwartaal 2010 tot en met het derde kwartaal 2013: € 701.000,-;
2) aantrekken van noodzakelijke kapitaalinjectie in 2012 wegens acute liquiditeitsproblemen: € 260.000,- met bijkomende rentekosten van € 14.000,-, totaal € 274.000,-;
4.De beoordeling
moethandhaven. Handhaving is verplicht vanwege het algemeen belang dat gediend is met handhaving (zie de modeloverweging onder 3. in de uitspraak van de Afdeling van 27 augustus 2014) en vanwege het belang dat derden bij handhaving kunnen hebben. Blinckers is zo’n derde.
Op grond van het bestemmingsplan was Blinckers op de betreffende locatie het enige restaurant dat in de winterperiode open mocht zijn. Het belang van Blinckers bij handhaving van het bestemmingsplan lag in het behouden en herstellen van een uit ruimtelijk oogpunt goed ondernemersklimaat. Blinckers mocht naar aanleiding van haar handhavingsverzoek erop rekenen dat tegen de schending van het bestemmingsplan dat haar belangen beoogde te beschermen, zou worden opgetreden. Dat heeft de gemeente ten onrechte niet gedaan. In dit geval strekt de handhavingsplicht van de gemeente dus mede tot bescherming van de vermogensbelangen van Blinckers die kan worden aangemerkt als belanghebbende bij het vernietigde besluit. Uit wat de gemeente heeft gesteld ten aanzien van de onrechtmatige besluitvorming met betrekking tot de winterperiode 2010/2011 volgt dus niet dat niet aan het relativiteitsvereiste is voldaan. De relativiteit staat derhalve niet aan vergoeding van schade in de weg.
5.975,50(3,5 punten × tarief € 1.707,00)