Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
De korpschef van politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
12 april 2019 aangetekend naar (het kantoor van) de gemachtigde van eiseres verzonden. Verweerder heeft een kopie overgelegd uit zijn postboek met daarop een deel van een sticker met daarop de naam en kantooradresgegevens van de toenmalige gemachtigde van eiseres. Volgens verweerder heeft een medewerker van zijn eigen postkamer daarop de datumstempel van 12 april 2019 gezet, wat zou betekenen dat de brief met daarop de andere helft van de sticker op die datum aangetekend is verzonden naar de toenmalige gemachtigde van eiseres. Verweerder heeft naar eigen zeggen een deugdelijke verzendadministratie en een medewerker van PostNL haalt de post bij de postkamer van verweerder op. Met de barcode op de sticker en de postcode van de ontvanger kunnen de verzend- en ontvangstgegevens van een aangetekend verzonden poststuk tot een jaar na de datum van verzending via track&trace gevolgd worden. Daar is in die periode geen afdruk van gemaakt. Langer dan een jaar na verzending zijn deze gegevens niet meer via track&trace te achterhalen. Met een beroep op de Archiefwet zou de gemachtigde van verweerder alsnog willen proberen bij PostNL de verzend- en ontvangstgegevens van de op 12 april 2019 aangetekend verzonden brief te achterhalen.
5 november 2016 tot 27 maart 2017 belast geweest met administratief-secretariële werkzaamheden ten behoeve van de [afdeling] en twee teamchefs, met name
[naam 1] .
1 april 2018 haar functie volledig zelfstandig kan uitvoeren. Eiseres is tevreden over de coördinatie van [naam 3] en [naam 3] zal eiseres als coach begeleiden. De inwerkperiode wordt verlengd tot 1 april 2018.
1 januari 2019. Eiseres is per 7 augustus 2018 vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Eiseres heeft tegen de beoordeling geen bezwaar gemaakt, waardoor de beoordeling onherroepelijk is geworden.
7 augustus 2018 ingestemd met vrijstelling van werkzaamheden gedurende een outplacementtraject middels begeleiding vanuit het Landelijk Mobiliteitscentrum in combinatie met een arbeidsongeschiktheidsontslag per 1 januari 2019. De rechtbank is van oordeel dat de ongeschiktheid van eiseres voldoende aannemelijk is geworden gezien de inhoud van haar beoordeling en de hiervoor geschetste gang van zaken tijdens het verbetertraject. Geconcludeerd moet dan ook worden dat verweerder eiseres in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld haar functioneren te verbeteren, maar dat dit niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. De gronden van eiseres kunnen dan ook niet slagen.