ECLI:NL:RBNHO:2020:7333
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en de verantwoordelijkheid van de parkeerder
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd aan eiser, [X], wonende te [Z], door de heffingsambtenaar van de gemeente Heemstede. De naheffingsaanslag, opgelegd op 20 maart 2019, bedroeg € 64,20, bestaande uit € 1,50 parkeerbelasting en € 62,70 kosten naheffing. Eiser had meerdere pogingen gedaan om een parkeerkaart te verkrijgen bij de parkeerautomaat, maar ontving uiteindelijk een kaartje dat geen geldig parkeerbewijs bleek te zijn. Eiser stelde dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij betaald had, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet het vertrouwen kon ontlenen aan het ontvangen kaartje dat de parkeerbelasting was voldaan. De rechtbank overwoog dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om te controleren of de verschuldigde belasting is betaald. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat eiser had kunnen zien dat de betaling niet was gelukt, zoals duidelijk op het kaartje stond vermeld. De rechtbank benadrukte dat de redelijkheid van de heffing niet kan worden getoetst en dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 10 juli 2020, en als gevolg van de coronamaatregelen werd deze niet op een openbare zitting uitgesproken.