ECLI:NL:RBDHA:2019:11666
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en de verantwoordelijkheid van de parkeerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd door de gemeente Alphen aan den Rijn. Eiser had op 27 februari 2019 geparkeerd op een door parkeerapparatuur gereguleerde parkeerplaats, maar had de verschuldigde parkeerbelasting niet voldaan. Eiser stelde dat hij meerdere pogingen had gedaan om de parkeerbelasting te betalen, maar dat de transacties waren afgebroken. Hij ontving een uitdraai uit de automaat die hij als bewijs van betaling beschouwde, maar de rechtbank oordeelde dat dit document niet als bewijs van betaling kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had voldaan aan zijn verplichting om de parkeerbelasting te betalen, ondanks zijn goede intenties en pogingen om te betalen. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om te controleren of de verschuldigde belasting daadwerkelijk is betaald, ongeacht de omstandigheden rondom de betaalautomaat. De uitspraak werd gedaan door rechter E.E. Schotte, in aanwezigheid van griffier R. Vijverberg, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.