ECLI:NL:RBNHO:2020:6951
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over de kwalificatie van inkomsten als winst uit onderneming en de schending van het gelijkheidsbeginsel in belastingzaken
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 2 september 2020, staat de vraag centraal of bepaalde inkomsten van eiseres, een actrice, als winst uit onderneming (WUO) moeten worden aangemerkt. Eiseres heeft in 2014 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst haar inkomsten uit een arbeidsovereenkomst met [C] als loon heeft gekwalificeerd en niet als WUO. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur heeft deze gehandhaafd. Tijdens de zitting op 7 juli 2020 heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht, waarbij zij zich beroept op een schending van het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet heeft aangetoond dat er sprake is van ongelijke behandeling van gelijke gevallen, en dat haar beroep op niet gepubliceerd beleid niet kan slagen. De rechtbank concludeert dat de bewijslast voor het gelijkheidsbeginsel bij eiseres ligt, en dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar stellingen te onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst op de noodzaak van een juiste wetstoepassing in vergelijkbare gevallen. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, in aanwezigheid van griffier mr. B. Bruijnzeel. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.