Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Verweer
5.Het standpunt van de bijzondere curator
6.Beoordeling
(volgens de man op 29 september 2017):
(volgens de man op 15 januari 2018):
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en de bijbehorende kinderalimentatie. De moeder van het minderjarige kind heeft verzocht om vaststelling van het ouderschap van de man, die biologisch de vader is, maar volgens de rechtbank niet als verwekker kan worden aangemerkt in juridische zin. De rechtbank oordeelt dat de man, die als spermadonor heeft gefungeerd, niet de intentie had om als vader op te treden, en dat de moeder de donorovereenkomst onder druk heeft getekend. De rechtbank concludeert dat de moeder niet ontvankelijk is in haar verzoek en legt de proceskosten bij haar neer. De uitspraak is gedaan door mr. P.W.M. de Wolf MSM, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. De moeder wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure, die zijn vastgesteld op € 1.086 aan advocaatkosten en € 297 aan griffiekosten.