ECLI:NL:GHDHA:2022:900
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot kinderalimentatie van spermadonor zonder family life
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verplichting van een spermadonor tot het betalen van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in principaal hoger beroep, was van mening dat de man, de biologische vader van haar kind, onderhoudsplichtig was. De rechtbank had de vrouw echter niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot het vaststellen van kinderalimentatie, omdat de man niet als verwekker werd erkend. De vrouw stelde dat er sprake was van een discriminatieverbod op basis van artikel 26 van het IVBPR en artikel 14 van het EVRM, omdat de wet een onderscheid maakt tussen een spermadonor zonder family life en een verwekker met family life. Het hof oordeelde dat de man, als spermadonor, niet onderhoudsplichtig was op basis van artikel 1:394 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof concludeerde dat er geen family life was tussen de man en het kind, en dat de vrouw niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar verzoek tot kinderalimentatie. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.