ECLI:NL:RBNHO:2020:5184
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling voorschot salaris vereffenaar in nalatenschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 juli 2020 een beschikking gegeven in het kader van een verzoekschrift dat door de vereffenaar is ingediend. De vereffenaar, die optreedt in zijn hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschap van de op 8 oktober 2020 overleden heer [naam 1], heeft verzocht om een voorschot op zijn loon voor de periode van 20 december 2013 tot en met 15 april 2020. Dit verzoek is ingediend op 21 april 2020 en is door de kantonrechter beoordeeld aan de hand van artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vereffenaar recht heeft op loon dat door de rechter moet worden vastgesteld vóór het opmaken van de uitdelingslijst. Hoewel de wet niet expliciet voorziet in de mogelijkheid om een voorschot toe te kennen, is dit volgens vaste jurisprudentie wel mogelijk, vooral in gevallen waar de vereffening complex en tijdrovend is. De vereffenaar heeft voldoende verantwoording afgelegd over zijn werkzaamheden en het aantal gewerkte uren, wat de kantonrechter heeft doen besluiten om het verzoek om een voorschot toe te wijzen.
De kantonrechter heeft het voorschot vastgesteld op een bedrag van € 6.831,46 exclusief btw, en bepaald dat dit bedrag ten laste van de boedel zal worden gebracht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter en de rolrechter in aanwezigheid van de griffier.