ECLI:NL:RBNHO:2020:5127
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor woninginrichting en stofferingskosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor woninginrichting door eiseres, die bijgestaan werd door haar gemachtigde, mr. M. Heikens. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, dat ook een aanvraag voor stofferingskosten had toegewezen. Eiseres had op 16 juli 2018 een urgentieverklaring aangevraagd en was sinds 12 februari 2019 zelfstandig gaan wonen. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor woninginrichting niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat haar verhuizing plotseling en onvoorzienbaar was. De rechtbank stelde vast dat eiseres had kunnen reserveren voor de kosten van de inrichting, aangezien zij al vanaf de aanvraag van de urgentieverklaring op de hoogte was van haar aanstaande verhuizing. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor woninginrichting terecht was, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij niet in staat was om de kosten te dekken uit haar eigen middelen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.