Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Evean Zorg
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Eindverslag Januari/februari 2020”van 19 februari 2020 van JBBX staat onder meer het volgende:
externe partijen niet altijd in hun waarde laat. (...)
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
het verzoek
Servicenow Nederland)).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34).
Zinzia)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
€ 47.931,52, dat [verweerder] door vervanging van een collega daarvan geen gebruik heeft kunnen maken, en dat hij dit budget kwijtraakt door ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter volgt [verweerder] daarom in zijn standpunt dat dit budget als schadepost kan worden betrokken bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding. Voor brutering van dat bedrag bestaat geen grond, omdat de schade bestaat uit het wegvallen van het budget.
ongeveer € 140.000,00 bruto, ziet de kantonrechter reden voor enige matiging van de billijke vergoeding op grond van hetgeen hiervoor is overwogen over de WNT. Met een billijke vergoeding van € 125.000,00 bruto wordt [verweerder] naar het oordeel van de kantonrechter ook voldoende gecompenseerd, terwijl dit bedrag ook toereikend moet worden geacht om Evean ervan te weerhouden een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
€ 125.000,00 bruto. Die vergoeding is niet verschuldigd binnen vijf dagen na deze beschikking, zoals [verweerder] stelt, alleen al niet omdat Evean de gelegenheid krijgt haar verzoek in te trekken. Daarom zal worden bepaald dat die vergoeding uiterlijk 1 augustus 2020 moet worden betaald en dat ook vanaf dat moment wettelijke rente verschuldigd is.
5.De beslissing
€ 125.000,00 bruto, uiterlijk op 1 augustus 2020, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf die datum tot aan de dag van volledige betaling en onder verstrekking van een bruto/netto specificatie binnen vijf dagen na 1 augustus 2020;
griffierecht € 124,00
salaris gemachtigde € 960,00;
€ 10.494,81 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 februari 2021 tot aan de dag van de gehele betaling en onder verstrekking van een bruto/netto specificatie binnen vijf dagen na 1 februari 2021;