Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- met gezichtsbedekking het hotel zijn binnen gegaan en/of
- in/naar het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] een prikkende/onlust veroorzakende stof heeft/hebben gespoten en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of op/tegen het lichaam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- (daarbij) aan voornoemde [slachtoffer 1] een mes heeft/hebben getoond en/of
- een of meerdere lades en kasten heeft/hebben doorzocht
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
17 oktober 2019te Zaandam, gemeente Zaanstad zijn
ex-partner [slachtoffer 2]heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] een of meer ke(e)r(en) op/tegen het gezicht te slaan en/of te stompen;
17 oktober 2019te Zaandam, gemeente Zaanstad [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] een of meer ke(e)r(en) op/tegen het gezicht te slaan en/of stompen.
20 november 2018te Zaandam, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk: Volkswagen, type Polo, [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 4] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] van 20 november 2018 (doorgenummerde dossierpagina’s 3 en 4);
- een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 20 november 2018 (doorgenummerde dossierpagina 12).
- met gezichtsbedekking het hotel zijn binnengegaan en
- naar het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] een stof hebben gespoten en
- voornoemde [slachtoffer 1] hebben vastgepakt en
- meerdere lades en kasten hebben doorzocht
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
17 oktober 2019te Zaandam, gemeente Zaanstad, zijn
ex-partner [slachtoffer 2]heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meer keren tegen het gezicht te slaan;
20 november 2018te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk: Volkswagen, type Polo, [kenteken] ), die aan een ander, te weten aan [slachtoffer 4] toebehoorde, heeft beschadigd.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
24 (vierentwintig) maanden.Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
12 (twaalf) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.937,10 (zegge: duizend negenhonderdzevenendertig euro en tien cent), bestaande uit € 437,10 als vergoeding voor de materiële en € 1.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag
van € 1.937,10 (zegge: duizend negenhonderdzevenendertig euro en tien cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
29 (negenentwintig) dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de vervangende gijzeling de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 364,11 (zegge: driehonderdvierenzestig euro en elf cent), bestaande uit € 14,11 als vergoeding voor de materiële en € 350,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 364,11 (zegge: driehonderdvierenzestig euro en elf cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de vervangende gijzeling de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagengijzeling, met dien verstande dat toepassing van de vervangende gijzeling de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
V: Wat is er weggenomen?
A: Ik weet zeker dat ze geen geld hebben weggenomen. Dit zit in de backoffice en deze
Vandaag heb ik mijn dochtertje naar mijn ex-schoonmoeder gebracht. Ze belde mij of ik mijn dochtertje weer wilde ophalen. Ik was op dat moment in Rotterdam met mijn vriendin [slachtoffer 3] .
Ik zat in de auto van [slachtoffer 2] toen ik in mijn ooghoek een persoon aan zag komen lopen. Op het moment dat [verdachte] mij in de auto herkende, zag ik hem versneld naar het portier aan de bijrijderskant rennen. Ik zag en hoorde hem de deur opentrekken en [verdachte] keek mij aan. Ik zag dat [verdachte] in de deuropening aan de bijrijderskant van het voertuig stond. Ik hoorde [verdachte] op een rustige toon tegen mij zeggen: “Wie noemde jij een hoerenkind vorige keer?” Ik zag dat [verdachte] zijn arm op zijn schouderhoogte naar achter haalde. Ik zag dat hij zijn hand tot een vuist balde en met snelheid naar voren stootte. Direct hierop voelde ik een dreun op de rechterzijde van mijn gezicht. Ik voelde direct een stekende pijn op mijn wang, neus en jukbeen. Na de klap voelde ik iets warms uit mijn neus lopen. Toen ik met mijn hand veegde zag ik dat mijn hand onder het bloed zat. Ik had kennelijk een bloedneus.
Ik zag dat [verdachte] zich terugdraaide naar mij en nogmaals zijn arm op schouderhoogte naar achter haalde. Ik zag dat hij zijn hand tot een vuist balde en met snelheid naar voren stootte. Hierop voelde ik nogmaals een dreun op mijn hoofd. Ik voelde direct een stekende pijn op rechter mijn jukbeen, wang en neus.
Ik, [verbalisant] , ben met de moeder van verdachte meegelopen richting haar woning. Omdat zij niet met ons mee kon naar het bureau voor het opnemen van haar verklaring, vroeg ik haar of zij mij in het kort kon vertellen wat zij precies had gezien. Zij vertelde mij het volgende: " [slachtoffer 2] kwam haar kinderen ophalen, mijn kleinkinderen. Op een gegeven moment kwam mijn zoon binnen en liep richting zijn ex-vrouw [slachtoffer 2] . Ik zag dat hij haar direct met zijn vlakke rechterhand in haar gezicht sloeg. Ik zag dat hij dit met kracht deed. Hij sloeg eerst op haar linkerwang met de binnenkant van zijn hand en vervolgens met de buitenzijde van zijn hand tegen haar rechterwang. Dit deed hij door met kracht een zwaai met zijn arm te maken en vervolgens zijn arm weer terug te zwaaien. Hierdoor kon hij haar twee keer slaan kort achter elkaar. Ik zag dat hij dit met veel kracht deed en schrok er daardoor ook behoorlijk van. Ik raakte vervolgens in paniek omdat ik bang was dat mijn zoon zou doorgaan. Ik heb hem bij zijn shirt gepakt en hem naar de deur begeleid om hem mijn huis uit te zetten. Ik zag en voelde dat dit mijn lukte. Doordat ik hem vastpakte heb ik zijn shirt gescheurd.”