In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor bedreiging van een ex-vriend van zijn vriendin, waarbij hij via social media en telefonisch dreigende boodschappen had verstuurd. De bedreigingen omvatten het sturen van een foto met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en dreigende teksten zoals 'ik schiet je kapot'. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bedreiging, en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en 20 dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden omgezet in een taakstraf indien deze niet naar behoren wordt verricht. De benadeelde partij, die zich had gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding, is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. Het hof heeft geoordeeld dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De beslissing is genomen op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte.