ECLI:NL:RBNHO:2020:4281
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorschot loon vereffenaar in nalatenschap op basis van artikel 4:206 lid 3 BW
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 25 mei 2020 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek om een voorschot op het loon van de vereffenaar in de nalatenschap van een overleden persoon. De vereffenaar, vertegenwoordigd door mr. Rachel Hayhoe, diende op 1 april 2020 een verzoekschrift in, waarin zij vroeg om vaststelling van een voorschot op haar loon voor de werkzaamheden verricht op 9 en 10 januari 2020. De vereffenaar had een declaratie met specificatie bijgevoegd en stelde dat het verzochte voorschot noodzakelijk was voor een goede vereffening van de nalatenschap.
De kantonrechter overwoog dat artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een vereffenaar recht heeft op loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Hoewel de wet niet expliciet voorziet in de mogelijkheid van een voorschot, is het volgens vaste jurisprudentie mogelijk om een voorschot toe te kennen, vooral in complexe zaken waar de vereffenaar veel tijd en moeite moet investeren. De kantonrechter oordeelde dat de vereffenaar voldoende verantwoording had gegeven over de gewerkte uren en de aard van de werkzaamheden.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek om een voorschot toegewezen en het bedrag vastgesteld op € 2.878,59 inclusief btw. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vereffenaar het bedrag direct kan ontvangen, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.