ECLI:NL:RBNHO:2020:3961
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van onroerende zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarde van een woning. Eiser, eigenaar van de woning, had beroep ingesteld tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Purmerend, die de WOZ-waarde voor het jaar 2019 had vastgesteld op € 223.000. Eiser stelde dat deze waarde te hoog was en dat de waarde op € 214.000 moest worden vastgesteld, verwijzend naar vergelijkingsobjecten en een taxatierapport. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de vergelijkingsobjecten en de argumenten van eiser, en concludeerde dat de waarde in het economische verkeer correct was vastgesteld. De uitspraak is gedaan in een enkelvoudige kamer en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.