Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- medeplegen van oplichting (feit 1);
- medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften (feit 2);
- medeplegen van oplichting (feit 3);
- medeplegen van overtreding van artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht (feit 4);
- medeplegen van oplichting (feit 5);
- medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift (feit 6);
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- In de orderbevestigingen van IS ten behoeve van de aankoop van aandelen in AWNA en AUFI stond vermeld dat IS pas zou verdienen aan deze aandelen, wanneer de beleggers hun aandelen met winst zouden gaan verkopen. IS zou in een dergelijk geval een winstdeling van vijftien procent in rekening brengen. Verdachte heeft verklaard dat hij wist dat IS feitelijk al bij de eerste verkoop van de aandelen aan de beleggers dertig procent van het aankoopbedrag in rekening bracht. Dat percentage was geheel bestemd voor IS en haar medewerkers. Uit deze verklaring van verdachte volgt dat hij wist dat de aan de beleggers verstrekte informatie in de orderbevestigingen vals was.
- In de orderbevestigingen van PC ten behoeve van de aankoop van aandelen in AWNA en AUFI stond vermeld dat PC op het totaalbedrag van de order een commissie van een half procent, met een minimum van € 50,-, in rekening zou brengen. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij wist dat ook deze aan de beleggers verstrekte informatie vals was. Verdachte heeft namelijk ter terechtzitting verklaard dat hij zelf een commissie van een half tot één procent van de totale omzet van de verkoop van aandelen in AWNA en AUFI van PC ontving, zodat hij – mede gelet op zijn wetenschap van de 30% in de tijd van IS – moet hebben geweten dat de in de orderbevestigingen genoemde commissie voor PC nooit juist kon zijn en hoger moet zijn geweest.
- Aan de beleggers is door onder andere verdachte verder medegedeeld dat de aandelen in AWNA en AUFI deel uitmaakten van aandelenemissies. Deze informatie was eveneens vals en in strijd met de waarheid. De aandelen in AWNA en AUFI die IS en PC aan beleggers verkochten, waren namelijk bestaande aandelen, in handen van een bestaande aandeelhouder (Jeffrey R.). Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij daarvan op de hoogte was.
- Een aanzienlijk deel van de door de beleggers afgegeven geldbedragen is via verschillende bankrekeningen van onder andere internationale entiteiten, naast aan medeverdachten, ook aan verdachte uitbetaald. Verdachte heeft daarentegen – althans het dossier bevat daarover geen informatie en verdachte heeft de rechtbank daarvan evenmin bewijsstukken overgelegd – geen gelden uitbetaald gekregen vanaf de bankrekeningen van IS of PC. Dat is opvallend, omdat verdachte voor deze ondernemingen werkzaam was en hij daartoe naar zijn zeggen met PC ook een arbeidscontract had gesloten. Verdachte heeft de rechtbank geen (afdoende) verklaring gegeven voor deze geldstromen en de omvang daarvan. Evenmin heeft verdachte uitgelegd waarom een groot deel van de overschrijvingen is voorzien van de omschrijving ‘lening’, terwijl het volgens verdachte in werkelijkheid zou gaan om uitbetalingen van salaris en commissies.
inde in de tenlastelegging vermelde geschriften betreffen. Verdachte zal van deze gedachtestreepjes worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
- Aan belegger V. – aan wiens verklaring de rechtbank geen reden ziet te twijfelen – is door verdachte medegedeeld dat de aandelen in TE deel uitmaakten van een aandelenemissie. Deze informatie was vals en in strijd met de waarheid. De aandelen in TE die aan belegger V. zijn verkocht, betroffen namelijk bestaande aandelen, in handen van een bestaande aandeelhouder (W&M). Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat het om bestaande aandelen ging. Uit deze verklaring van verdachte volgt dat hij wist dat deze, door hemzelf aan de belegger verstrekte informatie vals was. Het feit dat in de contracten tussen W&M en belegger V. wel was vermeld (overigens in de Engelse taal) dat het ging om een transactie inzake bestaande aandelen, doet aan het misleidende karakter van de onjuiste mededeling omtrent de emissie niet af. Evenmin is de rechtbank van oordeel dat belegger V. vanwege dit enkele feit de oplichting had moeten doorzien. Niet uit het oog mag worden verloren dat aan de ondertekening van de contracten meerdere indringende gesprekken zijn voorafgegaan, juist in welke gesprekken belegger V. door het samenweefsel van verdichtsels is bewogen tot de aankopen van de aandelen.
- Aan belegger V. is verder door verdachte medegedeeld dat de inleg volledig zou worden besteed aan de aankoop van de aandelen in TE en dat er op deze inleg geen kosten en/of commissies in mindering zouden worden gebracht. Deze informatie was eveneens vals en in strijd met de waarheid. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op de hoogte was van het feit dat 50% van de inleg van de beleggers niet werd gebruikt voor de aankoop van de aandelen in TE en dat 22,5% van de inleg van beleggers waarbij hijzelf was betrokken als commissie aan hemzelf toekwam. Hieruit volgt dat verdachte wist dat ook de informatie die hij hierover aan belegger V. verstrekte vals was.
“Joh, ik heb nu aandelen TE. Dit is een goede belegging voor je”, waarop belegger V. reageerde met: “Als jij dat zegt, dan doe ik dat”. Ook wijst de rechtbank nog op de verklaring van belegger 60, waaruit volgt dat belegger 60 (enkel) via verdachte voor € 27.000,- aandelen in TE heeft aangekocht.
“Marc van D. is de enige persoon die mij de aandelen TE heeft aangeboden. Alle informatie hieromtrent kreeg ik van Marc en ik heb nimmer andere personen gesproken over het aandeel TE”, aldus deze belegger.
“Als zij brochures voor mij schrijven, dan ros ik de boel wel binnen”en
“Als zij zorgen dat ik genoeg aanvoer krijg, dan ros ik ze er wel in. Ik ben morgen bij ze en dan laat ik even zien hoe je verkoopt”. Voorts heeft verdachte persoonlijk de verkoop van de vrijwillige CO2 emissierechten gedaan in het geval van de belegger 94, die, zoals vermeld, bij het aangaan van deze overeenkomst is opgelicht.
- In dit verband is in de eerste plaats van belang dat verdachte aan belegger 94 – aan wiens verklaring de rechtbank geen reden ziet te twijfelen – heeft voorgespiegeld dat de inleg volledig of grotendeels zou worden besteed aan de aankoop van de vrijwillige CO2 emissierechten. Dit is in strijd met de afspraken die verdachte over zijn eigen beloning heeft gemaakt met medeverdachten Daan K. en Lex V. en – in de eerdergenoemde leadovereenkomst – met kantoor Eindhoven, welke beloning uit een percentage van de inleg bestond. Verdachte heeft ter terechtzitting bovendien verklaard dat hij op de hoogte was van het feit dat 50% van de inleg van de beleggers niet werd gebruikt voor de aankoop van de vrijwillige CO2 emissierechten, terwijl verdachte blijkens de bewijsmiddelen ook wist van de geringe inkoopprijs van deze emissierechten. Nu verdachte wist dat een zeer aanzienlijk deel van de ingelegde gelden, in strijd met de (ook door hem dus zelf gedane) mededelingen daarover aan de beleggers, niet werd besteed aan de aankoop van vrijwillige CO2 emissierechten, maar door verdachte en zijn medeverdachten werd opgestreken, volgt naar het oordeel van de rechtbank reeds hieruit het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling.
- In veel gevallen deelde verdachte op gelijke voet mee in de (wederrechtelijk verkregen) opbrengst als zijn medeverdachten Daan K. en Lex V., met wie hij samen de drie verkoopkanalen had opgezet. Dit blijkt onder meer uit de verdeling die in een e-mail tussen verdachte en medeverdachte Daan K. is opgenomen (D-1384) met daarin geldbedragen bij de namen van de beleggers belegger 64 en belegger 93, en hierbij de aantekening “3/MLD”, welke aantekening, gelet op de context, zo moet worden begrepen dat het vermelde geldbedrag door drieën moet worden gedeeld ten behoeve van – blijkens de eerste letter van hun roepnaam – verdachte, medeverdachte Lex V. en medeverdachte Daan K.. Een dergelijke verdeling (“door drie”) blijkt ook uit een afgeluisterd telefoongesprek van 17 mei 2013 tussen verdachte en medeverdachte Daan K..
ecli:nl:hr:2007:BA0502).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Beslag
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
bewezendat verdachte het onder feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
een gevangenisstraf voor de duur van 32 (tweeëndertig) maanden.
belegger 141 niet-ontvankelijkin de vordering.
belegger 29geleden schade tot een bedrag van
€ 41.830,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 140geleden schade tot een bedrag van
€ 20.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 38geleden schade tot een bedrag van
$ 140.064,39 en € 5.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van die bedragen aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente daarover.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 12geleden schade tot een bedrag van
€ 225.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 99geleden schade tot een bedrag van
€ 36.300,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 145geleden schade tot een bedrag van
€ 101.613,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 146geleden schade tot een bedrag van
€ 23.904,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 13geleden schade tot een bedrag van
€ 42.735,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
FSP BV (belegger 13)geleden schade tot een bedrag van
€ 1.824.877,80en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 147geleden schade tot een bedrag van
€ 330.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 30geleden schade tot een bedrag van
€ 48.500,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 27geleden schade tot een bedrag van
€ 20.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger Ggeleden schade tot een bedrag van
€ 120.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger Hgeleden schade tot een bedrag van
€ 5.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 24geleden schade tot een bedrag van
€ 5.000,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
niet-ontvankelijkin de vorderingen.
belegger 60(voor zover dit betrekking heeft op zaaksodssier 15),
belegger 64en
belegger 97 niet-ontvankelijkin de vorderingen.
belegger 95geleden schade tot een bedrag van
€ 5.040,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 91geleden schade tot een bedrag van
€ 10.010,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 92geleden schade tot een bedrag van
€ 15.036,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 96geleden schade tot een bedrag van
€ 3.998,40en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 93geleden schade tot een bedrag van
€ 74.995,20en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
KO BV (belegger 90)geleden schade tot een bedrag van
€ 10.003,60en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.
belegger 79geleden schade (voor zover dit betrekking heeft op zaaksdossier 15) tot een bedrag van
€ 10.004,40en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag.
15 (vijftien) dagen gijzeling.